Een uitgeklede extractiemachine herinnert aan een technologische doorbraak die steenkoolontginning op nog grotere dieptes toeliet.
Industrieel erfgoed
België ontpopte zich tijdens de industriële revolutie tot een economische grootmacht. Wat blijft er nog over van de industriële revolutie in België en daarbuiten?
Met zijn drie steenkoolmijnen was de Duitse stad Herten lange tijd de grootste mijnstad van Europa. Schlägel Eisen is een van de mijnen die je er nog terugvindt.
Tussen de relicten van steenkoolmijn Zeche Nordstern werd na de stillegging ervan in 1986 het landschapspark Nordstern aangelegd.
De monumentale kolenwasserij van Beringen is het uithangbord van de steenkoolmijn van Beringen. En toch werden de vier vleugels van het complex jarenlang met sloop bedreigd.
De bodem van Sardinië bulkt van de delfstoffen en dat was in de heuvels bij het dorpje Gonnesa niet anders. Halfweg 19de eeuw ontdekten enkele ondernemers er zinkerts.
De spoorlijn van het Franse Somain naar het Belgische Péruwelz bediende vanaf 1838 verschillende steenkoolmijnen rond Valenciennes en stak ter hoogte van Vieux-Condé de Belgische grens over.
Een keer per jaar speelt deze in onbruik geraakte spoorbrug een glansrol, namelijk tijdens de doortocht van de voorjaarsklassieker in het wielrennen: Parijs-Roubaix.
De Borinage moet ooit het dichtste spoorwegnet ter wereld hebben gekend en dat had alles te maken met de grote concentratie aan steenkoolmijnen in de streek.
Tot halfweg de 20ste eeuw stootte je in elke stad op een gasmeter. Nu zijn die metalen skeletten grotendeels verdwenen uit het straatbeeld.
Chemiebedrijf Kuhlmann in de Gentse haven ging in 2009 op de fles, net geen honderd jaar na zijn oprichting.
Een industrieterrein dat sinds midden de 19de eeuw een van de oudste gasfabrieken van België huisvestte, wordt vertimmerd tot een nieuwe stadswijk in Gent.
Het Bijgaardehof, de vroegere plaats waar monniken van de Sint-Baafsabdij tijdens de middeleeuwen bijen kweekten, werd eind negentiende eeuw bedolven onder de gebouwen van spinnerij Baertsoen et Buysse.
Wie Ninove zegt, zegt lucifers. De Ninovieters waren de belangrijkste lucifermakers van België en wie geen stekskes maakte, ging aan de slag in de textielindustrie langs de Dender of pendelde naar de Borinage.
De Dender stort je van een industrieel landschap in Aalst vol textielfabrieken, mouterijen en silo's tot in een groene oase waar ophaalbruggen en sluizen de cadans aangeven.
Het heeft veel weg van een stukje ongerepte natuur maar schijn bedriegt: op een groene heide langs het kanaal werd in 1912 de Fours à Coke de Vilvorde uit de grond gestampt.
Van de cokesfabriek Alma in het Duitse Gelsenkirchen zijn alleen de administratieve gebouwen behouden, toch herken je er nog de hand in van industriearchitect Fritz Schupp.
In Seraing gaat de elektriciteitscentrale van staalbedrijf Cockerill tegen de vlakte. Nochtans was hij bij zijn opening in 1901 een van de eerste centrales waar hoogovengas werd gebruikt om gasmotoren aan te drijven.
Het boek 'John Cockerill. Keizer van de industriële revolutie' vertelt het verhaal over het leven en werk van de industrieel John Cockerill. Zijn ambities waren dan ook groot. Héél groot. Hij introduceerde stoommachines, hoogovens, spoorstaven en treinen. Zo joeg hij België en bij uitbreiding het hele continent de industriële revolutie in.
Van de kabelbaan tussen de ijzermijn in het Franse Öttingen en de hoogovens van Terres Rouges in Differdange blijven slechts nog een dozijn pylonen over.
In Rampskapelle bij Nieuwpoort rees in 1905 een baksteenfabriek uit de grond die vier jaar later in handen kwam van 'Céramiques et Briqueteries Mécaniques du Littoral'.
Een halve eeuw geleden zijn de ovens gedoofd van deze baksteenfabriek. Toch slingeren nog duizenden bakstenen, buizen en raamkozijnen rond in de verlaten werkplaatsen.
In de jaren 50 opent in het hart van de Pyreneeën een cementfabriek. De steengroeve ligt er op een boogscheut van, de steenkool komt van de nabijgelegen mijnen van Malpàs. Wat kon er misgaan?
Met de bouw van de Goedingebrug over de Leie in Baarle verdween de laatste hindernis om de E40-snelweg tussen Sint-Denijs-Westrem en Drongen te openen voor het verkeer.
Tientallen historische kalkovens strekken zich uit langs de oevers van de Schelde tussen Antoing en Doornik. Ze herinneren aan de hoogdagen van de cementindustrie in de streek.
De betonnen restanten van de Cimenteries Alexandre Dapsens zijn wellicht de oudste getuigen van de techniek van voorgespannen beton in ons land.
De Cockerillstraße in het Duitse Stolberg verklapt al dat de familie Cockerill zich begin negentiende eeuw ook in de buurt van Aken liet gelden.
Het Supramontegebergte in Sardinië is niet alleen bezaaid met sporen van onze voorouders uit het Mesolithicum en het Neolithicum, ook de moderne mens heeft er zijn stempel gedrukt.
Aan de voet van de heuvelgordel rond Siniscola in Sardinië spreiden zich de resten uit van de marmer- en granietfabriek Aurora uit.
Umlauftank 2, kortweg UT2, is een onderzoeksfaciliteit van de Technische Universiteit van Berlijn om onder meer de hydrodynamica van schepen uit te testen.
Aan de voet van de kliffen van Kaap Arkona op het Duitse eiland Rügen liggen de restanten van een Pegelturm, ofwel een waterpeiltoren.
Wie Ninove zegt, zegt lucifers. De Ninovieters waren de belangrijkste lucifermakers van België en wie geen stekskes maakte, ging aan de slag in de textielindustrie langs de Dender of pendelde naar de Borinage.
Karlshorst heeft niet alleen een voormalige luchthaven in petto, maar ook een tot een landschapspark omgetoverd rangeerstation en een verdwenen zeppelinloods.
De Spuikom in Oostende veranderde tijdens de Eerste Wereldoorlog in een militaire luchtmachtbasis. Het Duitse leger stampte er begin 1917 namelijk het Seeflugstation Flandern II uit de grond om de haven van Oostende te verdedigen tegen Engelse aanvallen.
De 1,5 kilometer lange start- en landingsbaan van de luchthaven van Tortoli-Arabatax eindigt op luttele meters voor het strand van San Gemiliano.
Deze week verdween de watertoren van Taintignies, deelgemeente van het Waalse Rumes, voorgoed uit het glooiende landschap.
Station Mariembourg, vandaag de eindhalte van spoorlijn 132 tussen Charleroi en de Belgisch-Franse grens, heeft nog een riante watertoren in petto.
Vlak bij het grensstation van Treignes werd begin twintigste eeuw een watertoren opgericht om de stoomlocomotieven tussen Charleroi en de Franse grens te bevoorraden.
Eind 1966 pufte de laatste stoomtrein in officiële dienst over de Belgische sporen. Station Denderleeuw was het eindstation. Niet toevallig vind je daar nog een laatste verwijzing naar het tijdperk van de stoomtreinen.
In Seraing gaat de elektriciteitscentrale van staalbedrijf Cockerill tegen de vlakte. Nochtans was hij bij zijn opening in 1901 een van de eerste centrales waar hoogovengas werd gebruikt om gasmotoren aan te drijven.
Elektrische straatverlichting, booglampen, neonlichten,... In 1932 was de Duitse hoofdstad Berlijn volgens Mildred Adams, correspondente bij The New York Times, de best verlichte stad op aarde.
Over de hele wereld kom je nog koeltorens tegen van het Belgische familiebedrijf Hamon. Ruim een eeuw na de oprichting door de broers Hamon eindigde hun firma echter met een valse noot.
Het Duitse dorpje Lützerath was begin dit jaar het strijdtoneel van honderden klimaatactivisten. Het dorp moet namelijk wijken voor de bruinkoolontginning.
Met de sluiting van de ijzeren schachtbok van Saint-Quentin in 1971 kwam ook een einde aan de ontginning van leisteen in het Franse Rimogne.
De broers Charles James en John Cockerill vingen in 1825 een concessie van de Nederlandse koning Willem I om in Plombières op zoek te gaan naar looderts.
De lostoren langs de Vaart in Leuven was niet alleen dagelijks in prime time te zien in de begingeneriek van de serie Thuis, hij was ook de enige die nog overblijft in het havenlandschap. Begin 2023 werd Leuvens laatste lostoren echter afgebroken.
Een 941 meter lang aquaduct strekt zich uit over de vallei van Alcântara in de Portugese hoofdstad Lissabon.
De bakstenen torens van maalderij Dossche flankeren de boorden van de Leie in Deinze. Tot 2019 werden er bakkerijgrondstoffen geproduceerd.
In het Duitse Peenemünde, het rakettestcentrum van de nazi's, werd vanaf 1939 een steenkoolcentrale opgericht om de energie-intensieve productie van vloeibare zuurstof mogelijk te maken - de brandstof voor de V2-raket.
Wales' grootste optische telescoop stond sinds de jaren 90 aan de kustlijn van Swansea. Maar toen de gemeente de huur verhoogde, was het gedaan met naar de sterren te kijken.
Een 5 meter dikke, betonnen koepel beschermt het door dwangarbeiders in 1943 uitgegraven onderaardse complex voor de opslag en lancering van Duitse V2-raketten.
Tot de elfde eeuw lag Duisburg direct aan de Rijn, maar nadat de loop van de stroom veranderde, verloor de Hanzestad zijn belangrijkste troef. Handelaars trokken weg en Duisburg werd ingepalmd door boeren en monniken.
In het leeggelopen havengebied rond de Gentse havendokken is sinds 2004 een stadsvernieuwingsproject op gang getrokken.
Een halve eeuw geleden stroopte het ministerie van Openbare Werken de mouwen op om in Henegouwen een industrieweg aan te leggen tussen een fabriek en een nabijgelegen goederenstation.
Van de kabelbaan tussen de ijzermijn in het Franse Öttingen en de hoogovens van Terres Rouges in Differdange blijven slechts nog een dozijn pylonen over.
In 1911 werd een halve kilometer lange voetgangers- en autotunnel gegraven die het centrum van Hamburg verbindt met de haven aan de overkant van de rivier de Elbe.
De 4 scheepsliften op het Centrumkanaal in Henegouwen overbruggen samen een hoogteverschil van 68 meter.
Het Hellend Vlak van Ronquières overbrugt 68 meter en vervangt daarmee 16 sluizen op het kanaal tussen Brussel en Charleroi.
De scheepslift van Fontinettes in het Franse Arques overbrugt een hoogteverschil van 13 meter op het kanaal van Neufossé, dat de rivieren de Leie en de Aa met elkaar verbindt.