Slechts één industrieel restant bleef bewaard, namelijk de distillatietoren van het raffinaderijcomplex van het Portugese olie- en gasbedrijf Galp. De TCC-toren (Thermafor Catalytic Cracking) werd in 1939 opgetrokken en werd gebruikt om ruwe olie om te zetten in benzine, diesel en andere oliederivaten.