In de jaren 1960 kreeg Vlaanderen zijn eerste eigen staalfabriek langs het kanaal Gent-Terneuzen. Daar rees Sidmar (Sidérurgie Maritime) uit de grond, vandaag de thuishaven van de enige nog actieve hoogovens in ons land.
Cokesfabrieken
In cokesfabrieken wordt steenkool verhit. Het resultaat is cokes, gezuiverde steenkool die als brandstof voor hoogovens (in staalfabrieken) wordt gebruikt.
Het heeft veel weg van een stukje ongerepte natuur maar schijn bedriegt: op een groene heide langs het kanaal werd in 1912 de Fours à Coke de Vilvorde uit de grond gestampt.
Van de cokesfabriek Alma in het Duitse Gelsenkirchen zijn alleen de administratieve gebouwen behouden, toch herken je er nog de hand in van industriearchitect Fritz Schupp.
In 1993 is de cokesfabriek "Kokerei Zollverein" al aan het einde van zijn Latijn: de staalcrisis van de jaren 90 doet de vraag naar cokes wegsmelten.
De cokesfabriek Schwelgern, opgetrokken in 2003 langs de Rijn in Duisburg, is een van de modernste, milieuvriendelijkste en grootste cokesfabrieken ter wereld.
Julius Buch stampte in 1873 de Völklinger Hütte uit de grond, waar tot in 1986 staal geproduceerd wordt.
64 jaar lang was de cokesfabriek Hansa in de Duitse stad Dortmund in bedrijf, maar in 1992 sloot de fabriek de deuren.
De cokesfabriek in de haven van Zeebrugge kreeg in 1900 vorm en werd in de jaren dertig volledig vernieuwd. Na de Tweede Wereldoorlog, waarin de fabriek door de Duitsers bezet werd, volgen grote herstellingswerken en de heropstart.