Textielindustrie

(Advertentie) In het centrum van Gent, op een boogscheut van de Vrijdagmarkt, huist het Industriemuseum in een monumentaal Manchestergebouw. 

(Advertentie) Schoenen? Borstels? Daarvoor moet je in Izegem zijn. In het art-decogebouw van schoenfabrikant Chaussures Eperon d'Or zit vandaag de industriële erfgoedsite met de gelijknamige naam verscholen.

De oevers van de Dender in Aalst worden tot op vandaag ingepalmd door de overblijfselen van de ooit roemrijke industriefabrieken.

Op 15 december 1960 stapte koning Boudewijn in het huwelijksbootje met de Spaanse gravin Fabiola. Het koningspaar werd bedolven onder de geschenken.

Verviers, Belgische hoofdstad van de wolindustrie, telde niet alleen tientallen spinnerijen, weverijen, blekerijen en lakenfabrikanten, maar ook zogenoemde conditioneringsgebouwen, de eerste halte voor de balen wol die in de stad werden afgeleverd.

Dat Verviers ooit het brandpunt was van de Belgische wolindustrie, bewijzen de riante monumenten en werkplaatsen die je pad kruisen tijdens deze stadswandeling. Je ontdekt niet alleen sporen van de wolnijverheid en oude textiel- en stoommachines, maar ook spoorwegknooppunten en vergeten monumenten.

De oevers van de Vesder in Pepinster worden geflankeerd door een van de meest iconische gevels van een textielfabriek, namelijk die van Textile de Pepinster.

De Vesder staat de laatste jaren vooral synoniem met de overstromingen in de zomer van 2021, maar de rivier bracht Verviers en omstreken ook rijkdom en industrie. Al sinds de middeleeuwen floreerde de lakenindustrie in het stadje.

De treinen die vanaf 1861 over spoorlijn 58 van Gent naar Brugge tuften, brachten de industriële revolutie tot in het Meetjesland, meer bepaald naar Eeklo, Sleidinge en Waarschoot. 

De vlasroterij en -zwingelarij van landbouwer Camiel Declercq in Ooigem was een van de honderden vlasroterijen die zich tijdens het interbellum in de Leiestreek vestigden. 

Van de acht vlasmolens die Heule ooit rijk was, blijft enkel nog Preetjesmolen over, een vlaszwingelmolen die ergens tussen 1859 en 1870 werd gebouwd in opdracht van landbouwer Ivo Deprez, vandaar de naam Preetjesmolen. 

De industriële revolutie is niet alleen het verhaal van steenkool en staal, maar ook van de mechanisering van de textielindustrie. Die doorbraak kwam er dankzij de Brit Samuel Crompton. In 1779 bouwde hij de Mule Jenny, een spintoestel dat kon worden aangedreven door een stoommachine.