Meer dan vijftig locaties in het Ruhrgebied openen elk jaar tijdens de laatste zaterdag van juni voor één nacht de deuren.
Steenkoolmijnen
De eerste sporen van de steenkoolontginning in België gaan terug tot 1248, toen in de Borinage steenkool werd opgegraven. Vanaf 1781, met de bouw van de eerste vuurpomp in Bernissart, komt de exploitatie in een stroomversnelling. In de streek rond Bergen, het Centrum, Charleroi en Luik wordt massaal steenkool bovengehaald, de Limburgse mijnen volgen begin twintigste eeuw. Ook in onze buurlanden (het Franse steenkoolbekken van Nord-pas-de-Calais, het Duitse Ruhrgebied, Engeland,...) wordt de bodem omgewoeld op zoek naar steenkool. Vandaag zijn steenkoolmijnen erfgoed geworden of afgebroken.
Tijdens de mijnzondagen in Beringen ontdek je de historische mijngebouwen onder begeleiding van een gids.
Geleide wandelingen in Petit-Wasmes, waar Vincent van Gogh in 1879 als evangelist werkte onder de mijnwerkers van de Borinage. Ontdek de plaatsen waar de kunstenaar leefde en werkte.
De Nederlandse fotograaf Hendrik J. Hunter stelt in ZLDR Luchtfabriek zijn foto's voor van een rondreis door het postindustriële hart van West-Europa.
Honderd jaar geleden, op 7 september 1922, werden de eerste kolen opgehaald in de koolmijn van Eisden. Honderd jaar later vindt in CC Maasmechelen een fototentoonstelling plaats over de mijn die intussen 35 jaar geleden dichtging.
Een uitgeklede extractiemachine herinnert aan een technologische doorbraak die steenkoolontginning op nog grotere dieptes toeliet.
Met zijn drie steenkoolmijnen was de Duitse stad Herten lange tijd de grootste mijnstad van Europa. Schlägel Eisen is een van de mijnen die je er nog terugvindt.
Tussen de relicten van steenkoolmijn Zeche Nordstern werd na de stillegging ervan in 1986 het landschapspark Nordstern aangelegd.
De Zuid-Welshe vallei Rhondda was bijna honderd jaar lang een van de grootste mijnregio's ter wereld, maar na de turbulente sluitingen bleven slechts een handvol steenkoolmijnen bewaard.
Twee terrils met een gezamenlijke oppervlakte van 40 hectare zijn zowat de enige sporen die de steenkoolmijn van Gosson-Kessales heeft achtergelaten in het Luikse landschap.
Oude terrils beklimmen en industrieel erfgoed verkennen tijdens een 23 kilometer lange wandeltocht door Charleroi: dat kan met 'la Boucle Noire', een aftakking van het mijnwerkerspad GR412.
Twee metalen schachtbokken verheffen zich boven de rijhuizen langs de Rue de Marcinelle in Charleroi.
In het gat van pluto rees in 1938 de stad Carbonia op. Een treffender naam was moeilijk te bedenken: alles stond hier in het teken van de steenkoolmijn, het eerste dat je ziet als je de stad binnenrijdt.
Om de miljoenen tonnen steenkool die werden boven gevist uit de zeven Limburgse mijnen ergens kwijt te geraken, zigzagde een kolenspoor van de ene koolmijn naar de andere.
Om de zoveel minuten zag je de schachtwielen nog draaien boven de Prospermijn in het Duitse Bottrop. Dat is verleden tijd: op 21 december 2018 sloot Prosper, de laatste actieve mijn van het Ruhrgebied.