Wanneer de Noord-Franse steenkoolmijnen na de Tweede Wereldoorlog genationaliseerd worden onder de paraplu van de Houillères du bassin du Nord et du Pas-de-Calais, is het al rationaliteit en efficiëntie dat de klok slaat, ook in de mijncités.
Steenkoolmijnen
De eerste sporen van de steenkoolontginning in België gaan terug tot 1248, toen in de Borinage steenkool werd opgegraven. Vanaf 1781, met de bouw van de eerste vuurpomp in Bernissart, komt de exploitatie in een stroomversnelling. In de streek rond Bergen, het Centrum, Charleroi en Luik wordt massaal steenkool bovengehaald, de Limburgse mijnen volgen begin twintigste eeuw. Ook in onze buurlanden (het Franse steenkoolbekken van Nord-pas-de-Calais, het Duitse Ruhrgebied, Engeland,...) wordt de bodem omgewoeld op zoek naar steenkool. Vandaag zijn steenkoolmijnen erfgoed geworden of afgebroken.
In 1847 kwam de steenkool- en staalindustrie in het Duitse Ruhrgebied op kruissnelheid, industrieel Franz Haniel plantte dat jaar een steenkoolmijn in Essen.
In 1913, net voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, hield de Compagnie des mines de Dourges de steenkoolmijn Fosse n°8 boven de doopvont in het Noord-Franse Évin-Malmaison.
De Fosse Arenberg is niet alleen het jaarlijkse decor van de doortocht van de voorjaarsklassieker Parijs-Roubaix, de mijngebouwen zelf zijn Unesco Werelderfgoed. Ga mee op ontdekking tijdens een rondleiding met Industriecultuur, een ideale groepsactiviteit.
Een schachtbok in gewapend beton is het enige wat overblijft van steenkoolmijn Dutemple, een mijn die bijna twee eeuwen lang in bedrijf was.
Meer dan vijftig locaties in het Ruhrgebied openen elk jaar tijdens de laatste zaterdag van juni voor één nacht de deuren.
Tijdens de mijnzondagen in Beringen ontdek je de historische mijngebouwen onder begeleiding van een gids.
Geleide wandelingen in Petit-Wasmes, waar Vincent van Gogh in 1879 als evangelist werkte onder de mijnwerkers van de Borinage. Ontdek de plaatsen waar de kunstenaar leefde en werkte.
Honderd jaar geleden, op 7 september 1922, werden de eerste kolen opgehaald in de koolmijn van Eisden. Honderd jaar later vindt in CC Maasmechelen een fototentoonstelling plaats over de mijn die intussen 35 jaar geleden dichtging.
Een uitgeklede extractiemachine herinnert aan een technologische doorbraak die steenkoolontginning op nog grotere dieptes toeliet.
Met zijn drie steenkoolmijnen was de Duitse stad Herten lange tijd de grootste mijnstad van Europa. Schlägel Eisen is een van de mijnen die je er nog terugvindt.
Tussen de relicten van steenkoolmijn Zeche Nordstern werd na de stillegging ervan in 1986 het landschapspark Nordstern aangelegd.
De Zuid-Welshe vallei Rhondda was bijna honderd jaar lang een van de grootste mijnregio's ter wereld, maar na de turbulente sluitingen bleven slechts een handvol steenkoolmijnen bewaard.
Twee terrils met een gezamenlijke oppervlakte van 40 hectare zijn zowat de enige sporen die de steenkoolmijn van Gosson-Kessales heeft achtergelaten in het Luikse landschap.
Op de plaats waar de Leuvense hoogleraar geologie en mijnbouw André Dumont vanaf 1901 de Limburgse bodem omwoelde in de hoop steenkool te vinden, herinnert een monument aan zijn vondst.