Met zijn twee schachtbokken, watertorens, badzalen, kolenwasserijen en losvloeren is de steenkoolmijn van Beringen de meest complete mijnsite van Limburg.
Steenkoolmijnen
De eerste sporen van de steenkoolontginning in België gaan terug tot 1248, toen in de Borinage steenkool werd opgegraven. Vanaf 1781, met de bouw van de eerste vuurpomp in Bernissart, komt de exploitatie in een stroomversnelling. In de streek rond Bergen, het Centrum, Charleroi en Luik wordt massaal steenkool bovengehaald, de Limburgse mijnen volgen begin twintigste eeuw. Ook in onze buurlanden (het Franse steenkoolbekken van Nord-pas-de-Calais, het Duitse Ruhrgebied, Engeland,...) wordt de bodem omgewoeld op zoek naar steenkool. Vandaag zijn steenkoolmijnen erfgoed geworden of afgebroken.
Hoe komt het dat een Welsch dorp, nog geen schort groot, in de 19de eeuw een van de hoofdrolspelers wordt in de industriële revolutie? Dankzij onder andere Blaenavon Ironworks en kolenmijn Big Pit.
Van de honderdtal mijnen in de Borinage is de Charbonnage d'Hensies-Pommerœul de allerlaatste mijn die op 31 maart 1976 de poorten sluit.
De mijn van Argenteau-Trembleur in Blegny is het laatste bastion van de Luikse steenkoolindustrie. In 1980 sluit Argenteau-Trembleur voor de derde keer in haar bestaan de poorten, dit keer definitief.
Op 8 augustus 1956 slaat het noodlot toe in de mijn van Bois du Cazier: honderden meters onder de grond breekt een felle brand uit waarbij 262 mijnwerkers om het leven komen.
Op de grens met Lens staat deze 66 meter hoge kolos uit gewapend beton: de extractietoren van Fosse n° 11-19, een Franse steenkoolmijn die 30 jaar geleden sloot.
Ook onze Franse buren woelden naar steenkool. In de Fosse Delloye duurde die zoektocht slechts een schamele 40 jaar, wegens niet rendabel.
De "Charbonnages André Dumont-sous Asch", zo heet de mijn van Waterschei voluit. Een eerbetoon aan professor Dumont, de geoloog die in As op de steenkoollagen in de Kempense ondergrond stootte.
In 1890 schieten de steenkoolmijnen in het Duitse Ruhrgebied als paddenstoelen uit de grond. De Zeche Zollern is een van de 70 nieuwkomers die je vandaag nog kunt bezoeken.
Oignies is de laatste plaats in het Franse mijnbekken van Nord-Pas-de-Calais waar steenkool ontgonnen werd. Pas in december 1990 sluit de mijn.
Veel (Oost-)Vlamingen pendelden in de 19de eeuw dagelijks met de trein naar le Centre (de mijnstreek rond La Louvière) om er af te dalen in een van de steenkoolmijnen.
Eind achttiende eeuw werd dit bakstenen gebouw in Bernissart opgetrokken om onderdak te geven aan een nieuw snufje: de stoompomp van Thomas Newcomen.