Schachtbok 2 met bakstenen Malakoffgebouw

Oranje-Nassau mijn I

Het einde van de Nederlandse steenkool

Precies een halve eeuw geleden, op 31 december 1974, ontgonnen de mijnwerkers van de Oranje-Nassau I in Heerlen de allerlaatste klomp Nederlandse steenkool.

De sluiting van de Oranje-Nassau I mijn maakte een einde aan 75 jaar industriële mijnbouw in de Nederlandse provincie Limburg. In 1899 werd de eerste steenkoollaag aangeboord in Heerlen. Even verderop, in Kerkrade, was de abdij Rolduc al sinds 1740 in de weer met steenkoolontginning, maar dat bleef een ambachtelijke onderneming op kleine schaal.

Steenkoolader van Limburg tot Aken

Vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw werd de Limburgse bodem ook elders doorboord op zoek naar het zwarte goud. Onder de voeten van de Limburgers bleek een steenkoolader te liggen met uitlopers tot in de regio van Aken. En zoals de Belgische geoloog André Dumont vermoedde, reikten de tentakels ervan ten westen van de Maas, tot in het Vlaamse Limburg.

Om de steenkool boven te halen, richtten Nederlandse en Duitse ondernemers de Maatschappij tot Exploitatie van Limburgsche Steenkoolmijnen op, een privé-bedrijf dat later de bijnaam Oranje-Nassau Mijnen kreeg. In 1893 begonnen ze met de aanleg van een eerste mijnzetel ten noorden van het stadje Heerlen, toen nog een onbeduidend kruispunt van zes landwegen waar een paar duizend zielen woonden.

Grondwater en rotsen

De aanleg van schacht I vorderde maar mondjesmaat. De rotsige ondergrond en het opspelende grondwater zorgden voor jaren vertraging, maar op 1 januari 1899 was het eindelijk zover. De schacht had een eerste steenkoolader bereikt op een diepte van 178 meter en de exploitatie kon beginnen. 

Jaarlijks produceerde deze mijnzetel bijna 2,5 miljoen ton steenkool. De steenkool werd afgevoerd via een netwerk van spoorlijnen, terwijl de Ateliers de Construction de la Meuse uit Luik een drieassige tenderlocomotief bouwde om de rangeerdienst te verzekeren op het mijnterrein zelf.

12 steenkoolmijnen

De eerste operationele steenkoolmijn op industriële leest smaakte naar meer. De Oranje-Nassau Mijnen stampte nog 3 bijkomende mijnzetels uit de grond, allemaal rond Heerlen. Ook andere mijnbedrijven dolven in de Nederlandse ondergrond en zelfs de Nederlandse overheid ging mee in bad en richtte vier Staatsmijnbedrijven op. Alles samen waren 12 steenkoolmijnen actief in Nederlands Limburg.

De stad stootte Kerkrade van de troon als centrum van de Nederlandse mijnbouw. Het inwonersaantal van Heerlen vertienvoudigde en de steenkoolindustrie werd een economische triomf. Of toch voor even.

Aardgas

Vanaf de jaren 1960 belandden de mijnen immers in zwaar weer. De Nederlandse steenkoolproductie werd uit de markt geprijsd en kreeg zware concurrentie van nieuwe energiebronnen, zoals aardgas. Toen het aardgasveld van Slochteren in 1959 werd ontdekt, besloot de Nederlandse overheid om het hele land aan te sluiten op het gasnet. Kolenkacheltjes verdwenen op het stort en de vraag naar steenkool kelderde.

In 1966 begon de sluiting en ontmanteling van de 12 Nederlandse mijnzetels. De mijnzetel Oranje-Nassau I in Heerlen, waar de rush op het zwarte goud was begonnen, legde het bijltje erbij neer op 31 december 1974. 

Een laatste brok steenkool werd op oudejaarsdag door de directie van de mijn aan het gemeentebestuur geschonken tijdens een sobere plechtigheid. 'Dit is een dag van droefnis', zei de burgemeester Gijzels. 'Het sluiten van de mijnen heeft voor veel mensen trieste gevolgen bij gebrek aan vervangende werkgelegenheid of om andere redenen.'

Kaalslag

Van de 12 Limburgse mijnen in Nederland blijft bijna niets meer over. In een poging de werkloosheid te bestrijden en de regio aantrekkelijk te maken voor nieuwe economische activiteiten werd de operatie 'Van zwart naar groen' uitgerold. 

Koeltorens, kolenwasserijen, passerelles en mijnschachten verdwenen tegen de vlakte, terrils werden gladgestreken. Een groot contrast met de Vlaamse mijnstreek, waar 6 van de 7 mijnzetels deels zijn bewaard.

Malakofftoren

Alleen in Heerlen kom je nog een van de overblijfselen tegen van het Nederlandse mijnverleden. Op de plaats van schacht II van de Oranje-Nassau Mijn I werd de stalen schachtbok met de liftkooi in zijn originele staat bewaard. Het schachtgebouw boven schacht I werd tussen 1979 en 1981 steen voor steen afgebroken en rond de stalen schachtbok van schacht II heropgebouwd

De bakstenen constructie was gebaseerd op het Malakoff-type dat je overal in het Duitse Ruhrgebied tegenkwam. Die Malakofftorens geraakten echter uit de mode en werden vervangen door stalen schachtbokken. In Oranje-Nassau werd het een mix van beiden: een bakstenen Malakoffgebouw werd rond de stalen schachtbok met wielen opgetrokken.

Hoe kan ik deze plaats bezoeken?

Deze info is alleen toegankelijk voor Plus-gebruikers. Als Plus-gebruiker:

  • Ontdek je het adres, gps-coördinaten en bezoekinstructies. Benieuwd? Bekijk een voorbeeld.
  • Krijg je toegang tot de kaart met 600 bestemmingen.
  • Ontvang je digitale reisgidsen, uitgestippelde routes voor wandelaars en fietsers, kortingen bij musea en toegang tot de nieuwste verhalen.

Krijg toegang 29,90 euro voor een heel jaar

Vind alle Plus-voordelen op een rijtje. Ben je al plus? Meld je aan

Plus-gebruikers geven Industriecultuur.be een gemiddelde score van 4,3/5!