Steenkool? Dat wordt er niet meer bovengehaald in schacht IX van de Duitse mijn Prosper-Haniel. Via deze schacht worden nu de ondergrondse mijngangen geventileerd en mijnwater opgepompt.
Steenkoolmijnen
De eerste sporen van de steenkoolontginning in België gaan terug tot 1248, toen in de Borinage steenkool werd opgegraven. Vanaf 1781, met de bouw van de eerste vuurpomp in Bernissart, komt de exploitatie in een stroomversnelling. In de streek rond Bergen, het Centrum, Charleroi en Luik wordt massaal steenkool bovengehaald, de Limburgse mijnen volgen begin twintigste eeuw. Ook in onze buurlanden (het Franse steenkoolbekken van Nord-pas-de-Calais, het Duitse Ruhrgebied, Engeland,...) wordt de bodem omgewoeld op zoek naar steenkool. Vandaag zijn steenkoolmijnen erfgoed geworden of afgebroken.
De jarenlange steenkoolontginning in Zeche Hugo in het Duitse Gelsenkirchen heeft een honderdvijftien meter hoge terril achtergelaten, de Halde Rungenberg.
De 2.700 mijnwerkers van de steenkoolmijn Westerholt in Gelsenkirchen kregen in 2008 te horen dat ze niet meer moesten komen. Tien jaar later lijkt de tijd hier te hebben stilgestaan.
De ruïnes van de oude steenkoolmijn des Wagneaux in Colfontaine hebben plaats geruimd voor nieuwe administratieve gebouwen van de gemeente.
Aan de rand van het bos van Saint-Ghislain in Dour rusten de betonnen restanten van de steenkoolmijn van Sauwartan, gesloten in 1938.
De schachtbok boven de mijn Pluto-Wilhelm in het Duitse Ruhrgebied doet meteen denken aan de tot werelderfgoed uitgeroepen Zollverein in Essen. Deze dubbelganger ervan wordt met sloop bedreigd.
Wie mijnramp zegt, zegt Marcinelle. In de steenkoolmijn van Bois du Cazier kwamen op 8 augustus 1956 262 mijnwerkers om het leven. Het was de grootste mijnramp uit de Belgische geschiedenis, maar zeker niet de enige.
Aan de rand van Bergen ligt de terril Héribus, de 138 meter hoge steenberg naast de gelijknamige koolmijn die hier tot 1968 actief was.
Drie opvallende schachten uit drie verschillende tijdperken prijken broederlijk naast elkaar in de Duitse steenkoolmijn Ewald, die in 2000 de deuren sloot.
Je moet er eerst voor door een akker, stekende braamstruiken en een bandenstort waden, maar dan sta je wel aan een van de enige betonnen schachtbokken die Charleroi rijk is: le petit Martinet.
Steenkoolmijn Martinet in Charleroi is slechts een schim meer van zichzelf. Begin 20ste eeuw groeide le Martinet nochtans uit tot een van de koplopers in de Europese industrie.
Oud-mijnwerker Glyn Roberts neemt ons mee op sleeptouw door Tower Colliery, de steenkoolmijn waar hij sinds de jaren 60 werkte. Hij zag de ene na de andere mijn sluiten in Zuid-Wales en in 1994 luidden ook de doodsklokken boven Tower Colliery.
Met zijn twee schachtbokken, watertorens, badzalen, kolenwasserijen en losvloeren is de steenkoolmijn van Beringen de meest complete mijnsite van Limburg.
Hoe komt het dat een Welsch dorp, nog geen schort groot, in de 19de eeuw een van de hoofdrolspelers wordt in de industriële revolutie? Dankzij onder andere Blaenavon Ironworks en kolenmijn Big Pit.
Van de honderdtal mijnen in de Borinage is de Charbonnage d'Hensies-Pommerœul de allerlaatste mijn die op 31 maart 1976 de poorten sluit.