Ontdek het leven en werk van John Cockerill

Forges de Clabecq Vilvoorde

Sporen van Forges de Clabecq in Vilvoorde

Het heeft veel weg van een stukje ongerepte natuur maar schijn bedriegt: op een groene heide langs het kanaal werd in 1912 de Fours à Coke de Vilvorde uit de grond gestampt.

22 augustus 2020

Delen op Facebook Delen op Twitter

In de cokesfabriek werd steenkool verhit in ovens. Het vrijgekomen gas werd gebruikt om straten en huizen te verlichten, de cokes eindigden in hoogovens van staalgigant Forges de Clabecq in Tubeke om staal te produceren.

De ligging pal aan de oever van het Zeekanaal Brussel-Schelde was perfect. Aan de betonnen kade werd de steenkool gelost vanop schepen.

Chemin de Fer Industriel du Port de Vilvorde et Extensions

De afgewerkte cokes werden per spoor afgevoerd door de Chemin de Fer Industriel du Port de Vilvorde et Extensions, een private spoorwegmaatschappij uit 1908 die de industriële ontwikkeling rond Vilvoorde moest stimuleren.

De Budabrug, waar vroeger alleen treinen over reden, is een van hun bouwsels.

De metalen hefbrug, heropgebouwd na de Tweede Wereldoorlog, ontsloot de Cokeries de Marly aan de overkant van het kanaal.

Op het domein tref je nog enkele verdwaalde rails aan die de cokesfabriek dooraderden.

Vakwerkbrug

Aan de rand van het domein verlieten de volgeladen goederentreinen de Forges de Clabecq. Boven de Zenne zweeft nog de oude spoorbrug waarmee de cokesfabriek was aangesloten op het spoornet, nu is het een fiets- en wandelbrug.

Vanaf de jaren 70 zat de klad erin. De Belgische staal- en steenkoolindustrie kreeg rake klappen. Bovendien klaagden bewoners steeds luider over de stank, het roet en de ongezonde gassen die de schouwen uitbraakten.

De cokesfabriek strompelde nog verder tot 1986 en sloot dan voorgoed de deuren. Les Cokeries du Brabant was haar in 1974 voorgegaan, de Cokeries de Marly volgde in 1993.

Sanering

De bovengrondse installaties werden meteen opgeblazen. Pas in 2006 werd de zwaar vervuilde bodem gesaneerd.

Niet alleen langs het kanaal liet de Forges de Clabecq haar sporen na. In de Slachthuisstraat bouwde ze arbeiderswoningen en meestergastwoningen die vandaag beschermd zijn als monument. Op het pleintje aan de Gendarmeriestraat ligt nog een bontgeverfde as uit de machinezaal.

Baden

In de stedelijke school in de Vestenzaal werd gehamerd op hygiëne. Vanaf 1933 werden de baden ook opengesteld voor omwonenden, geen overbodige luxe met een vervuilende kolos in je achtertuin.

Delen op Facebook Delen op Twitter