Al snel richtten ze in de lommerrijke tuinen van de vroegere prins-bisschoppen een constructiewerkplaats op, een gieterij met twee koepelovens en later een eerste hoogoven op cokes.
Hier werden in 1826 de ijzeren onderdelen voor de Leeuw van Waterloo gegoten en bouwde John Cockerill eind 1835 de eerste Belgische stoomlocomotief. Na zijn dood in 1840 bleven de werkplaatsen stoommachines, scheepsliften, spoorstaven,... uitspuwen.