Watertoren en metrolijn langs rue de la Providence

Forges de la Providence

Van Alziend oog tot concertzaal in Charleroi

Tussen de Samber en het kanaal Brussel-Charleroi stampte de industrieel en politicus Ferdinand Puissant in 1832 de Forges de la Providence uit de grond, een ijzerfabriek waarvoor hij de mosterd haalde bij de Engelsman Thomas Bonehill.

Bonehill was door een spion in opdracht van koning Willem I naar België gelokt. Willem I zat tot 1830 op de troon van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (ongeveer het huidige België en Nederland). Toen scheurde België zich los van zijn koninkrijk. Willem I zette tot dan alles op alles om de industrie in het Zuiden (Wallonië) te stimuleren. Zo trok hij zijn beurs open voor de uitbreidingen van Cockerill in Seraing en importeerde hij Engelse knowhow.

Samber

De inspanningen van Willem I legden de fundamenten voor de latere industrialisering van wat sinds 1830 België was. Thomas Bonehill hielp eerst ijzerproducent Huart-Chapel om een hypermoderne hoogoven op cokes te bouwen. Daarna nam hij de industrieel Ferdinand Puissant bij het handje om zijn ijzerfabriek te vernieuwen langs de Samber in Marchienne-au-Pont. Eerst werd een walserij gebouwd, later werd la Providence uitgebreid met hoogovens, een gieterij, smederij,... Prompt produceerde la Providence jaarlijks 6.500 ton kant en klaar ijzer. 

Alziend oog

Het logo van de ijzerfabriek werd een 'Œil de la Providence', ofwel een Alziend oog. Het oog in een driehoek siert een briefhoofd uit 1838 en vindt zijn oorsprong in de vrijmetselarij. Niet toevallig was oprichter Ferdinand Puissant vrijmetselaar.

Het Alziend oog sierde niet alleen de brieven, maar ook het ijzerwerk dat Forges de la Providence produceerde. Zo prijkt het logo op de gietijzeren kolommen uit 1882 waarop de rolkranen rustten van de locomotiefloods St Rollow in Springburn bij het Schotse Glasgow. (Foto door Jmh2o, Attribution-ShareAlike 4.0 International CC BY-SA 4.0).

Marioepol

De Forges de la Providence exporteerden niet alleen hun ijzerwaren naar alle hoeken van de wereld, ze staken ook zelf de landsgrens over. Eind negentiende eeuw overspoelden een honderdtal Belgische ondernemingen het Donetsbekken in het toenmalige zuiden van Rusland nadat er steenkool werd gevonden. Ook La Providence waagde zijn kans. In de havenstad Marioepol trok la Providence een staalfabriek op, vandaag de 'Ilyich Iron and Steel works of Mariupol' die nog ruwijzer produceerde tot de oorlog in Oekraïne losbarstte.

Een beurscrash in 1900 maakte een einde aan het Russische avontuur. Maar de expansie van anderhalve eeuw geleden verklaart wel waarom Charleroi nog altijd verbroederd is met de stad Donetsk. Sinds de mijnwerkers uit de Donetsk de kaart van de pro-Russische separatisten trokken in 2014, heeft Charleroi echter geen contact meer met zijn broederstad. (Foto: publiek domein)

De Eerste Wereldoorlog maakte een einde aan de gouden jaren van de Belgische industrie. De Duitsers plukten de staalfabriek van la Providence in 1917 volledig kaal en verhuisden alles van waarde naar hun thuisland. Na de Eerste Wereldoorlog werden zeven treinwagons aan geplunderd materiaal, waaronder machines en ruwijzervaten, teruggevonden in staalfabriek Becker in Willich in het Duitse Ruhrgebied en teruggevoerd naar de Marcienne-au-Pont.

Watertoren

Na de Eerste Wereldoorlog werd de Forges de la Providence van nul af aan heropgebouwd. De watertoren dateert uit die periode en was van het type D2 met een cilindrische voet. Daarop rust een Intzekuip met een inhoud van 1200 kubieke meter water.

Cockerill-Sambre

Naast de watertoren strekt zich vandaag nog de smederij uit. Nadat de fabriek in 1966 samensmolt met de Luikse staalgroep Cockerill-Ougrée (die daarop werd herdoopt tot Cockerill-Sambre) ging de smederij in 1983 voorgoed dicht. Oude satellietfoto's tonen dat de fabriek het volledige terrein tussen rue de la Providence en het kanaal Brussel-Charleroi inpalmde.

Couleurs Carolo

Na de sluiting gaf de smederij eerst onderdak aan het industriemuseum van Charleroi dat later verhuisde naar Bois du Cazier. Sinds 2005 herbergt het gebouw Rockerill, een concertzaal

Een deel van de gevel werd in 2010 in felle kleuren geschilderd in het kader van Couleurs Carolo. Het project wilde tonen dat Charleroi meer is dan le Pays Noir. 

Hoe kan ik deze plaats bezoeken?

De praktische bezoekinfo is alleen toegankelijk voor Plus-gebruikers. Als Plus-gebruiker:

  • Ontdek je het adres, gps-coördinaten en bezoekinstructies. Bekijk een voorbeeld.
  • Krijg je toegang tot de kaart met 600 bestemmingen.
  • Ontvang je digitale reisgidsen, uitgestippelde routes, maar ook
  • kortingen bij musea en
  • als eerste toegang tot de nieuwste verhalen.

Word nu Plus >> 29,90 euro voor een heel jaar

Vind alle Plus-voordelen op een rijtje. Ben je al plus? Meld je aan

Plus-gebruikers geven Industriecultuur.be een gemiddelde score van 4,3/5!

 

Meer artikels over