Na de Tweede Wereldoorlog kreeg het tramverkeer steeds meer concurrentie van de auto. Tegen 1959, in nog geen vier jaar tijd, was het volledige voorstadstramnet van de NMVB verdwenen en vervangen door bussen.
Klappen
Ook de stadslijnen deelden in de klappen. Vanaf de jaren zestig werd de ene lijn na de andere opgedoekt om plaats te maken voor bredere ringwegen en parkeerplaatsen. Het Gentse tramnet was in 1970 op enkele jaren tijd gehalveerd tot een lengte van 25 kilometer.