Vernielde bolwerk Pointe du Hoc

Story

Wat is er vandaag nog te zien van de landing in Normandië?

Op 6 juni 1944 voeren duizenden schepen in alle vroegte het Kanaal over met aan boord soldaten, tanks en wapens. Ze meerden aan op de stranden van Noord-Frankrijk die de codenamen Utah, Omaha, Gold, Juno en Sword kregen. 

De geallieerde landing, ofwel Operatie Overlord, was een complete verrassing voor het Duitse leger, maar toch werd er hevig slag geleverd. De geallieerden betaalden een zware prijs. Tienduizenden soldaten, waaronder meer dan zesduizend Amerikanen, ongeveer drieduizend Britten en duizend Canadezen verloren hun leven. Ook langs Duitse kant liepen de menselijke verliezen in de duizenden.

Strategische klif vol littekens

Tot vandaag heeft de bloederige strijd sporen achtergelaten op de Noord-Franse stranden, zoals de kaap Pointe du Hoc. Deze strategisch gelegen klif was zwaar versterkt door de Duitsers met kanonnen en bunkers. De littekens van deze aanval zijn nog altijd zichtbaar in het landschap: bomkraters, brokstukken en resten van bunkers maken van Pointe du Hoc een indrukwekkende herdenkingsplek.

Longues-sur-Mer was een andere cruciale Duitse verdedigingspost. Begin 1944 werd hier een batterij met vier betonnen kazematten en een vuurleidingspost gebouwd als onderdeel van de Atlantikwall. 

Bewaarde kanonnen

Op 6 juni 1944 hielden de Duitse troepen hier slechts enkele uren stand tegen het geallieerde bombardement en de daaropvolgende aanval. Vandaag zijn de kazematten met hun kanonnen nog steeds goed bewaard en geven ze een realistisch beeld van de toenmalige verdedigingswerken.

De Atlantikwall heeft een geallieerde invasie niet verhinderd. Vanaf 1942 besloot nazi-Duitsland de kusten van de bezette gebieden te versterken met vuurleidingsposten, prikkeldraad en bunkers. 

Normandië en Calais waren de zwakste schakels van de 5.000 kilometer lange, maritieme grens en werd daarom sterkst verdedigd. Tevergeefs. Ondanks de enorme materiaal, middelen en mensen die betrokken waren bij de bouw ervan, hield de Atlantikwall de geallieerde inval niet tegen.

Tijdelijke havens

Na de succesvolle landing hadden de geallieerden dringend nood aan een haven om troepen, voertuigen en voorraden aan land te brengen. Zo ontstond de Mulberryhaven van Arromanches, een tijdelijke, kunstmatige haven bestaande uit enorme betonnen caissons die tot zinken werden gebracht om een platform te vormen. In Arromanches-les-Bains zijn de resten van deze haven nog altijd zichtbaar voor de kust.

Beschadigde dijken

De invloed van de Mulberryhavens reikte zelfs tot in Nederland. Na de oorlog werden overgebleven onderdelen van deze tijdelijke havens, zoals de Phoenix-caissons, gebruikt om de door bombardementen beschadigde dijken in Zeeland te herstellen. 

Bij Rammekens, nabij Vlissingen, liggen nog steeds twee Beetles en een grote Phoenix-caisson begraven in het zand. Ze herinneren niet alleen aan D-Day, maar ook aan de wederopbouw van Nederland na de bevrijding.

Na de landing in Normandië rukten de geallieerden verder op richting Duitsland. Parijs werd op 25 augustus 1944 bevrijd, daarna volgden België en Nederland. De Slag om Berlijn luidde vanaf april 1945 de eindstrijd in. Nazi-Duitsland gaf zich op 8 mei 1945 over. Ontdek nog meer sporen van de Tweede Wereldoorlog en de Atlantikwall.

Ontvang nog meer stories en events in je mailbox!

  • Ontvang net als meer dan 1.500 andere abonnees regelmatig nieuwe verhalen in je mailbox.
  • Blijf op de hoogte van events en rondleidingen.
  • Krijg als nieuwe abonnee een gratis digitale reisgids vol tips om zelf op pad te gaan.

Na je inschrijving ontvang je nog een e-mail met daarin een bevestigingslink die je moet aanklikken. Niets ontvangen? Check je folder 'ongewenste mail'.

Meer artikels over

Lees nog meer stories