Relicten Maginotlinie

Story

Tour de France langs bunkers en mijnen

De openingsetappes van de Tour de France doorkruisen het noorden van Frankrijk, de regio waar de Eerste Wereldoorlog en de steenkoolindustrie talloze sporen heeft achtergelaten.

De 112e editie van de Ronde van Frankrijk wordt op zaterdag 5 juli afgetrapt in Rijsel met een openingsrit van 184,9 kilometer ten westen van de stad. 

Terrils en mijnen rond Lens

Volg je de Tour vooral voor het landschap? Goed nieuws, want dan heb je al na een veertigtal kilometer prijs, namelijk bij Lens. Het noorden van die stad wordt afgebakend door de mijnsite Loos-en-Gohelle en de Terrils Jumeaux, de hoogste terrils van Europa.

In Lens zelf werd op een vroeger spoorwegdepot op 4 december 2012 (niet toevallig op de feestdag van Sint-Barbara, de patroonheilige van de mijnwerkers) het Louvre Lens geopend.

Aan de stadsrand van Lens doorkruist het peleton vervolgens Liévin, de thuisbasis van een dozijn steenkoolmijnen. De renners passeren eerst de schachtbok van de Fosse Saint-Amé, in 1974 het decor van de grootste mijnramp in het naoorlogse Frankrijk.

Nog geen kilometer verderop werd nog een schachtbok bewaard, namelijk het blauwgeschilderde exemplaar van de allereerste mijn van de Franse Compagnie des Mines de Liévin.

Oorlogserfgoed

Bij het verlaten van Lens herinnert een uitgestrekte dodenakker en het monument van Notre-Dame de Lorette aan de zware strijd die tijdens de Eerste Wereldoorlog werd gevoerd in Lens.

Bij de doortocht in Noeux-les-Mines wordt het peleton opnieuw getrakteerd op mijnerfgoed. Na de modernisering van het mijncomplex op het einde van de negentiende eeuw gold deze mijn als een modelmijn. In de jaren 1960 ging de mijn echter roemloos ten onder.

Strategisch dal

Net voorbij de Zwarteberg duikt weer oorlogserfgoed op. De renners dalen er af naar de Franse gemeente Belle (Baillieul). Duitsers palmden dat stadje bij het begin van de Eerste Wereldoorlog in, maar werden in 1918 door geallieerde bombardementen verdreven. Daarbij werd Belle bijna met de grond gelijk gemaakt. 

Om een herhaling van dat scenario te vermijden, werd de invalsweg in de jaren 1930 versterkt met twee Maginotbunkers. De twee bolwerken maakten deel uit van de Maginotlinie, een verdedigingslinie langs de Franse grens die een nieuwe Duitse aanval moest verhinderen. 

Op mijnsafari vanuit Valenciennes

Niet alleen tijdens de openingsrit, ook op de derde tourdag staat nog mijnerfgoed op het menu tijdens de 178 kilometer lange rit die vertrekt in de voormalige Franse mijnstad Valenciennes

Luttele kilometers na de start scheren de renners al rakelings langs een eerste mijnrelict, namelijk de blauwgebeende schachtbok van Sabatier en bijbehorende terril in Raismes.

Bij de doortocht in Douvrin passeert het peleton de na de Eerste Wereldoorlog heropgebouwde steenkoolmijn van Meurchin. Na de sluiting werd de schachtbok verbouwd tot loodtoren of hageltoren. Voortaan werden er hagelkorrels geproduceerd  voor jachtgeweren.

Zelf op pad?

De Tour de France eindigt op zondag 27 juli traditioneel in de Franse hoofdstad Parijs. Vanaf dan heb je dus tijd zat om zelf de overblijfselen van het Noord-Franse mijnerfgoed te verkennen. Zo'n 109 relicten vormen het Nord-Pas de Calais Mining Basin dat sinds 2012 op de lijst Werelderfgoed van UNESCO staat. Liever militair erfgoed? Ontdek versterkingen van de Franse Maginotlinie.

Met de uitgestippelde fietsroute vertrek je vanuit België en rijd je over een oude spoorlijn dwars door de oude mijnstreek tot in Valenciennes.

Lees nog meer stories