Betonnen toren van het zendstation

Radio Kootwijk

Peperduur, maar kortstondig wonder der techniek

In de nacht van 18 op 19 januari 1923 ving Nederlands-Indië (het huidige Indonesië) de eerste proefseinen op van het Nederlandse zendstation Kootwijk, ruim 12.000 kilometer verderop. Een wonder der techniek. Of toch niet?

Het prille succes van Radio Kootwijk werd overschaduwd door vertragingen en gemors met publieke middelen. Het duurde meer dan vier jaar vooraleer het eerste signaal werd uitgestuurd en dat terwijl op het Indische eiland Java al in 1917 een zender was gebouwd: Radio Malabar. De naam verwees naar de Malabar-kloof waarboven kabels werden gespannen om radiogolven uit te sturen. 

Te midden van de Veluwe

De bouw van het zendstation in Nederland had heel wat voeten in de aarde. Om te verhinderen dat de sterke elektromagnetische velden het telefoonverkeer zouden verstoren, werd Kootwijk opgetrokken op een afgelegen locatie, namelijk in een stukje barre heide in het noorden van de Veluwe. 

Betonnen sfinx

Via een speciaal aangelegde smalspoorlijn werden de onderdelen van de masten, transformatoren en ander bouwmateriaal aangevoerd. Alleen een zender ontbrak nog. Die werd bij het Duitse Telefunken op de kop getikt en kreeg onderdak in een futuristische gebouw in gewapend gebouw, een betonnen sfinks ontworpen door architect Jules Luthmann van de Amsterdamse School (een expressionistische bouwstijl in Nederland).

In de 48 meter hoge toren van de zogenaamde kathedraal werd de telegrafiezender van Telefunken geplaatst, in het schip verschenen generatoren en transformatoren die de radiogolven moesten opwekken en versterken. 

Koelvijver en watertoren

Aan de voet van de betonnen toren in art deco legde Luthmann een koelwatervijver aan. Het water werd uit de nabijgelegen watertoren aangevoerd om de machines te koelen.

Boven de heide reikten 6 masten van meer dan tweehonderd meter hoogte naar de wolken. Ze waren met een web van kabels met elkaar verbonden waardoor ze een antenne vormden met een oppervlakte van 70 hectare. Door de kabels werd een elektrische stroom van 100.000 volt gejaagd met radiogolven als resultaat. Een huzarenstukje dat acht miljoen gulden kostte, ofwel drie miljoen meer dan begroot.

Al snel na zijn opening bleek Radio Kootwijk verouderd. Terwijl werd aangenomen dat er met zeer lange golven (van 15 tot 20 kilometer) moest worden uitgezonden om grote afstanden te overbruggen, bleek net het tegendeel waar te zijn. Kleine (en goedkopere) kortegolfzenders bleken net zo goed te werken als de immense langegolfzender in Kootwijk. In 1925 werd naast de betonnen sfinx dan maar een houten barak opgetrokken van waaruit via de korte golf boodschappen werden verstuurd.

Duitse propaganda

Tijdens de Duitse bezetting werden de twintig zenders in Kootwijk aangeslagen en gebruikt om militaire boodschappen en propaganda de ether in te spuien. Bij hun vertrek in 1944 demonteerden de Duitsers de zendinstallatie en bliezen de 6 zendmasten op. In de zomer van 1947 was het station heropgebouwd en weerklonken de woorden 'Hallo Bandoeng, hier Amsterdam P.C.V.' 

De peperdure langegolfzender met zijn 6 hoge masten werd niet heropgebouwd. Er verschenen drie kleinere masten en nog slechts twee masten van 210 meter hoog (foto: Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 International license. Attribution: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed).

Kabels en satellieten

Langzaam verloor Kootwijk zijn glans. Op de oceaanbodem werden transatlantische kabels aangelegd terwijl communicatiesatellieten in de ruimte werden geschoten. In 1966 werd een eerste hoge mast omgelegd, de laatste 200 meter hoge mast verdween in 1980 tegen de vlakte. 

Brandstichting

Radio Kootwijk bleef nog in de ether voor lucht- en scheepvaartverkeer, maar in 1998 sloot het zendstation voorgoed de deuren. Daarna was Radio Kootwijk een paar jaar lang overgeleverd aan de grillen van vandalen.

Zo werden het voormalige Hotel Radio Kootwijk, een onderkomen voor ongehuwde medewerkers en bezoekers, en het directiegebouw begin deze eeuw in de as gelegd. 

De pomphuisjes, kortegolfzendergebouwen, het transformatorgebouw en andere overblijfselen bleven intact. Het voormalige zenderpark is toegankelijk gemaakt voor wandelaars en fietsers en het hoofdgebouw kreeg weer zijn grandeur van weleer. Geregeld vinden er rondleidingen plaats en kleinschalige evenementen.

Hoe kan ik deze plaats bezoeken?

Deze info is alleen toegankelijk voor Plus-gebruikers. Als Plus-gebruiker:

  • Ontdek je het adres, gps-coördinaten en bezoekinstructies. Benieuwd? Bekijk een voorbeeld.
  • Krijg je toegang tot de kaart met 600 bestemmingen.
  • Ontvang je digitale reisgidsen, uitgestippelde routes voor wandelaars en fietsers, kortingen bij musea en toegang tot de nieuwste verhalen.

Krijg toegang 29,90 euro voor een heel jaar

Vind alle Plus-voordelen op een rijtje. Ben je al plus? Meld je aan

Plus-gebruikers geven Industriecultuur.be een gemiddelde score van 4,3/5!

 

Meer artikels over