Belgisch koningshuis

Het Belgische koningshuis heeft sinds de kroning van koning Leopold I in 1831 heel wat relicten achtergelaten. Zeker de 44 jaar lange passage van Leopold II bleef niet onopgemerkt. Met de oprichting en het bewind over zijn persoonlijke kolonie, Congo-Vrijstaat, schreef hij een van de donkerste episodes uit onze geschiedenis. Naast zijn gruweldaden stond Leopold II ook bekend als een megalomane koning-bouwheer die in Brussel, Oostende en zelfs in de Ardennen bouwprojecten in de steigers zette ter meerdere eer en glorie van zichzelf. Albert I loodste België dan weer door de Eerste Wereldoorlog.

Een tunnel naar nergens
Een tunnel naar nergens

Onder een van de vele invalswegen richting centrum van Brussel werd eind negentiende eeuw een viaduct aangelegd voor een weg die vandaag uit alle stratenatlassen is verwijderd.

Serres van de Tuinier
Het vergeten broertje van de Koninklijke Serres

In de schaduw van het koninklijk domein van Laken liet koning Leopold II eind negentiende eeuw de serres van Stuyvenberg bouwen van waaruit hij à volonté bloemen en planten kon laten aanrukken om de koninklijke verblijven op te fleuren.

Een toren met kantelen als stationsgebouw.
Koninklijk treinstation

Honderd jaar geleden hield de laatste trein halt in het prestigieuze treinstation "Château Royal d'Ardenne". Maar wat kwamen de reizigers zoeken in het hart van Belgisch Klein-Zwitserland?

Vorm van koning Leopold II in de Fonderie
Voor vorst en vaderland

Het ruiterstandbeeld van koning Leopold II op de Troonplaats, Brabo in Antwerpen en Manneken Pis: een voor een bronzen monumenten die de "Compagnie des Bronzes de Bruxelles" heeft gegoten.