Het voormalige weeshuis van Morlanwelz is nog maar een schim van zichzelf. Nochtans was het begin twintigste eeuw het sociale uithangbord van de liberale filantroop Raoul Warocqué.

Universele Tentoonstelling van Charleroi
In tegenstelling tot Luik, Antwerpen, Gent of Brussel, streek er nooit een wereldtentoonstelling neer in Charleroi. De kleinschaliger Universele Tentoonstelling van Charleroi in 1911 was daarom niet minder ambitieus. Wel integendeel.
23 mei 2023
Het organiserend comité spaarde kosten noch moeite om van de tentoonstelling een succes te maken: op een 25 hectare groot braakliggend terrein ten noorden van het centrum werd een tijdelijk pretpark, een Japans dorp, pagodes, tuinen en paviljoenen opgetrokken. Dat alles om de industriële, economische en artistieke rijkdom van Wallonië te tonen.
Een paleis van glas, staal en beton

Eén van die paviljoenen was deze neoklassieke kolos uit glas, staal en beton, een ontwerp van architect Gabriel Devreux en zijn vader Emile Devreux, op dat moment eveneens burgemeester van Charleroi.
De officiële opening van de expo op 29 april 1911 leek echter meer op een begrafenis dan op een feestelijke plechtigheid: 'Er was geen muziek. De voorstellingen gebeurden zonder complimenten. Het weer was doorslecht. Het regende dat het goot', zo rapporteerde de journalist van Het Handelsblad.
Politieke onrust
Ook het politieke klimaat zat tegen. Armand Hubert, de minister van Industrie en Werk, vertikte het om te komen opdraven voor de opening. Zijn collega, de katholieke Eerste Minister Schollaert, was enkele dagen eerder bij de vernissage van een tentoonstelling in Antwerpen uitgejouwd door de menigte.
Hubert wilde niet dezelfde vernedering ondergaan. Daarop bood de burgemeester van Charleroi, de eerder genoemde Emile Devreux, zijn ontslag aan (dat later zou worden geweigerd).


Koninklijk bezoek
In deze vaudeville moest de tentoonstelling van Charleroi dus de deuren openen. De schatrijke steenkoolfabrikant Raoul Warocqué, voorzitter van het beschermcomité van de expo en burgemeester van het naburige Morlanwelz, verklaarde na een plechtige feestrede de expo voor geopend. Begin juli liet ook koning Albert nog zijn gezicht zien in Charleroi. Eind goed, al goed, dus.
Université du Travail
Tijdens de tentoonstelling gaf het paleis van glas en ijzer zes maanden lang onderdak aan het paviljoen voor schone kunsten. Na de internationale tentoonstelling van 1911 werd het complex ingepalmd door de net opgerichte Université du Travail die er machines parkeerde.


De technische school moest de inwoners van Charleroi klaarstomen voor een job in de steenkool-, staal-, glas- en chemische industrie van de stad. De socialistische politicus Paul Pastur stond begin twintigste eeuw aan de wieg van de school en niet toevallig vind je hier nog een monument dat hem herinnert.
Na honderd jaar opnieuw een museum
Ruim honderd jaar nadat de tentoonstelling er neerstreek, herbergt het paviljoen vandaag BPS22, het kunstmuseum voor de provincie Henegouwen. Sinds 2015 wordt het beschermde monument gerenoveerd, de werken zouden in 2023 moeten voltooid zijn.

- Musée d'art de la Province de Hainaut (BPS22): The place
- Worldfairs: Exposition Internationale de Charleroi en 1911
Opening van de Tentoonstelling van Charleroi (1911, 29 april). Het Handelsblad. Geraadpleegd via BelgicaPress.
Paviljoen tentoonstelling van Charleroi 1911
Boulevard Solvay 22
6000 Charleroi
België
Het gebouw herbergt nu het museum BPS22.
Meer ontdekken in Charleroi? Boek een groepsrondleiding met Industriecultuur op maat voor een halve of een hele dag.