Gedemonteerde kanaalsluis

Arquennes

Sluizen en bruggen in kanaaldorp Arquennes

In 1826 ging de spa in de grond voor de aanleg van het kanaal tussen Brussel en Charleroi. Het hoogteverschil van 100 meter werd overbrugd door 55 sluizen waarvan je nog enkele exemplaren terugvindt in het dorpje Arquennes.

Ingenieur Jean-Baptiste Joseph Vifquain stippelde het traject uit van het ongeveer 75 kilometer lange kanaal. Hij deed dat in opdracht van koning Willem I, de kanalenkoning die aan het hoofd stond van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden waarvan België tussen 1815 en 1830 deel uitmaakte. 

Doel? Steenkool uit de Henegouwse mijnen goedkoper naar steden zoals Brussel en Antwerpen vervoeren. De vaarweg takt af van de Samber in Charleroi en mondt in Brussel uit in het kanaal van Willebroek (dat op zijn beurt met de Schelde is verbonden).

Baquets de Charleroi

Vifquain ontwierp niet alleen het kanaal zelf, maar ook speciale schepen om erover te varen: de baquets de Charleroi. Aan boord paste een vracht van 70 ton.

Amper 6 jaar na de start van de werken werd het kanaal in september 1832 voor het scheepvaartverkeer geopend. Al snel viel het echter een maatje te klein uit. De waterweg werd in de jaren 1850 verbreed en verdiept voor schepen die tot 350 ton konden vervoeren. Maar daarmee was het urenlange oponthoud aan de tientallen sluizen nog niet van de baan.

Hellend Vlak in plaats van sluizen

Halverwege de twintigste eeuw werd het gedeelte tussen Godarville en Ronquières verlegd om de bochtige vallei van de rivier de Samme te ontwijken. De 16 sluizen op het oude tracé werden in 1968 in één klap werkloos door de opening van het Hellend Vlak van Ronquières.

Dubbele brug

Het oude kanaal dat tussen Ronquières en Godarville kronkelde, werd afgesloten voor de scheepvaart. Ook in het Henegouwse dorpje Arquennes keerde de rust terug. 

In Seneffe verdween zo'n draaibrug, in Arquennes bleef de draaibrug en de verhoogde voetgangersbrug over het kanaal bewaard, al moet de brug niet langer worden opengedraaid om schepen door te laten.

Spoorlijn 141

Zo'n tweehonderd meter stroomafwaarts rijzen monumentale brughoofden uit de oeverboorden. In 1854 werd een spoorviaduct over het kanaal opgetrokken voor spoorlijn 141 tussen Manage en Cour-Saint-Étienne. Het treinverkeer kwam in de jaren 1950 tot stilstand. Vandaag strekt zich een fiets- en wandelbrug uit over de brughoofden en -pijler.

Sluis n° 19

Een sluiswachterswoning markeert even verderop de werkloze sluis n° 19. De sluis werd vervangen door een waterval, de houten poorten zijn gedemonteerd.

 Om zoveel mogelijk water te sparen bij het versluizen van schepen, werd naast verschillende sluizen een waterbekken aangelegd om het water op te slaan, zoals bij deze sluis ook het geval was.

Het jaagpad langs het oude kanaal, dat werd gebruikt om schepen voort te trekken met paarden, is vandaag heraangelegd als fietspad.

Krijg nu toegang tot alle insider informatie

De praktische info is alleen toegankelijk voor Plus-leden. Als Plusser:

  • Ontdek je het adres, gps-coördinaten en achtergrondinformatie. Bekijk een voorbeeld.
  • Krijg je toegang tot de kaart met 700 locaties en lees je als eerste de nieuwste verhalen.
  • Ontvang je digitale reisgidsen, uitgestippelde routes en kortingen bij musea.
  • Steun je dit platform zodat we kunnen blijven groeien.

Krijg toegang tot Plus >> € 29,90 voor een heel jaar

Vind alle Plus-voordelen op een rijtje. Ben je al plus? Meld je aan

Plus-gebruikers geven Industriecultuur.be een gemiddelde score van 4,3/5!