De mijnen schoten er als paddenstoelen uit de grond. Zo werden in de mijngemeente Merlebach begin 1930 twee schachten opgetrokken, Cuvelette Nord en Cuvelette Sud.
Z-vormige Cuvelette Nord
De noordelijke schacht reikte tot 1288 meter onder de grond en was tot 1966 operationeel om steenkool boven te halen. Voortaan deed de schachtbok dienst als lift voor machines en hout naar de ondergrondse galerijen.
In 1991 werd de schachtbok vernieuwd door een Z-vormig, geel exemplaar van 58 meter hoog. Kosten op het sterfhuis. Nog geen decennium later doofden alle mijnactiviteiten uit in het Lotharingse mijngebied.