De mijn werd vernoemd naar prinses Mathilde Bonaparte, een nichtje van Napoleon, en was in de beginjaren de meest rendabele van Denain. De productie bereikte jaarlijks zo'n 22.000 ton.
Na de sluiting in 1862 werden de machines weliswaar verplaatst naar andere mijnen, maar de bovengrondse gebouwen bleven bewaard en werden verbouwd tot woningen. De oude mijn is sinds 2010 beschermd als monument en werd in 2012 toegevoegd aan het Unesco Werelderfgoed. Sinds 2024 staan plannen in de steigers om het vervallen complex nieuw leven in te blazen.