Ontdek het leven en werk van John Cockerill
Sanatorium Joseph Lemaire

Sanatorium Joseph Lemaire

Modernistische parel in Tombeek

Op de top van een heuvel in Overijse, diep verstopt in de Tombeekse bossen, schuilde een van de meest bedreigde architecturale monumenten ter wereld: het sanatorium Joseph Lemaire.

9 januari 2011

Delen op Facebook Delen op Twitter

De foto's laten er geen twijfel over bestaan: wat ooit een paleis was, is een betonnen ruïne geworden. Maar hoe is het zo ver kunnen komen? Waarom ligt een monument te verkommeren?

La Prévoyance Sociale

In het begin van de vorige eeuw weelde tuberculose tierig. In 1897 stierven 17.000 mensen in België aan deze ernstige longziekte. We schrijven 1933 als de sociale verzekeringsmaatschappij La Prévoyance Sociale (PS) aan architect Maxime Brunfaut de opdracht geeft een herstellingsoord voor tuberculose-patiënten te ontwerpen. Als locatie is een prachtig natuurgebied in Tombeek bij Overijse gevonden, op zo'n twintig kilometer van Brussel.

Op 21 september 1937 opent het sanatorium de deuren. Iedereen heeft lof voor de inrichting en ultramoderne uitrusting. Het enthousiasme beperkt zich niet enkel tot de Belgische landgrenzen, ook voor vooraanstaande medici uit het buitenland is dit gebouw enig in zijn soort. Het plaatje is volledig af: naast het sanatorium vind je ook een portierswoning aan de ingang, een dokterswoning, een mortuarium en een wasserij.

Alle gebouwen getuigen van de moderne architectuur van de jaren dertig: de functie van het gebouw heeft voorrang op de vorm. Toch is het gebouw een architecturaal hoogstandje uit die tijd. Voor het eerst in België werd een buitengevel met crèmekleurige  muurtegels bezet. Geen onverdeeld succes, want al vlug komen op sommige plaatsen de tegels los van de gevel.

Het leven in het sanatorium

Rust, schone lucht, gezonde voeding en veel licht moeten de patiënt er weer bovenop helpen tijdens zijn verblijf in het sanatorium. Zo zijn de grote ramen maar drie uur per dag dicht zodat er bijna altijd frisse lucht door het gebouw circuleert.

Op verschillende verdiepingen vinden we terrassen terug om de patiënten te laten rusten in grote ligstoelen. Eten doen de patiënten gemeenschappelijk in een grote refter.

Een kuur duurt gemiddeld acht maanden, vandaar dat ook ontspanning een belangrijke plaats krijgt in het sanatorium met ondermeer een bibliotheek, een leeszaal en een kleine speelzaal. De feestzaal diende niet alleen voor de patiënten, maar ook voor buitenstaanders.

Het sanatorium is dan ook een paradepaardje van de PS. Grote monumentale letters op het dak zijn van ver in de omgeving te zien. In de wit-zwarte marmeren vloer van de ingang is een mozaïek met het wapenschild van de PS ingewerkt.

Een indrukwekkend trappenysteem moet het verkeer van patiënten en bezoekers scheiden. Enkel in de spreekkamer en de feestzaal zijn bezoekers welkom, zodat de kans op besmetting minimaal blijft.

Een nieuwe bestemming, tevergeefs

In dertig jaar tijd heeft het sanatorium ongeveer tienduizend zieken behandeld, tot in 1952: antibiotica zorgt voor een snelle terugval van het aantal tbc-patiënten.

Het sanatorium past zich aan en moderniseert. In 1968 wordt het Instituut Joseph Lemaire geopend. Het wordt een revalidatiecentrum voor langdurig zieken en begeleidt mensen met een handicap.

Maar het ziekenhuis overleeft de drastische besparingsplannen niet die de regering-Martens midden jaren '80 uitvaardigt. Plannen om het ziekenhuis om te vormen tot rusthuis mislukken op het laatste moment en het gebouw sluit de deuren.

Betonnen ruïne

De architecturale parel is na 20 jaar leegstand een ruïne geworden. Ook al werd het gebouw al in 1992 officieel een beschermd monument, niemand wist goed wat ermee te doen. Het sanatorium komt in het vizier als asielcentrum of als ziekenhuis, maar blijft uiteindelijk leegstaan.

Legendarisch voor de onderschatte waarde van het gebouw is de uit de hand gelopen brandweeroefening in 1993 - nà de wettelijke bescherming - waarbij de door de brandweer aangestoken brand niet snel genoeg geblust werd en een deel van de tweede verdieping in vlammen opging.

Ondanks een nieuwe eigenaar en plannen om het gebouw om te vormen tot hoofkwartier van General Motors, gaat de aftakeling genadeloos verder. De trapleuningen in glas zijn stukgeslagen, overal zijn lavabo's en radiatoren losgerukt door vandalen en het prestige van weleer is vervlogen.

Red het sanatorium

Het gebouw komt in 2007 uitgebreid in de aandacht naar aanleiding van het tv-programma 'Monumentenstrijd'.

Ook al dingt het gebouw niet mee naar de renovatiepremie (de toenmalige eigenaar weigert zijn toestemming), toch komt het vastgeroeste dossier in een stroomversnelling terecht dankzij acties van architectuurstudenten van Sint-Lukas in Brussel. Onder het motto 'Red het Sanatorium' geven ze het vergeten monument opnieuw de erkenning dat het verdient.

Anno 2010 ontvouwt een nieuwe eigenaar plannen voor een woonzorgcentrum, dat mee gefinancierd wordt door de Vlaamse overheid.

Heropening in 2017

Uiteindelijk duurt het tot maandag 12 juni 2017 vooraleer het sanatorium de deuren heropent als woonzorgcentrum "Residentie Tombeekheyde". Aanleiding voor VRT nieuws om met de initiatiefnemers van "Red het Sanatorium" terug te blikken op hun reddingsactie.

Op verkenning in het sanatorium

Sluiten

Dienstingang

Aan de andere kant van de hoofdingang was de in- en uitgang voor het dienstpersoneel.

Sluiten

Hoofdingang

De inkomhal is luxueus: een wit-zwarte marmeren vloer en een spiegelwand verwelkomen bezoekers met de nodige grandeur.

Sluiten

Trappen

Een indrukwekkend trappenysteem moet het verkeer van patiënten en bezoekers scheiden. Enkel in de spreekkamer en de feestzaal zijn bezoekers welkom, zodat de kans op besmetting minimaal bleef.

Sluiten

Verplegend personeel

Kamers en ontspanningsruimtes van de twaalf inwonende verpleegsters.

Sluiten

Feestzaal

Ook ontspanning kreeg een plaats in het sanatorium met een bibliotheek, een leeszaal en een kleine speelzaal. De feestzaal was er niet enkel voor de patiënten maar ook voor buitenstaanders. Het sanatorium was dan ook een paradepaardje van de 'Prévoyance Sociale', de socialistische verzekeringsmaatschappij.

Sluiten

Kuurgalerijen

In een lange gang, over de volledige lengte van het gebouw, staan ligstoelen voor de patiënten.

Sluiten

Buitengevel

Voor het eerst in België wordt op grote schaal de buitengevel bekleed met keramische tegels. Geen onverdeeld succes, want al vlug kwamen op sommige plaatsen de tegels los.

Sluiten

Sanitaire ruimte

Sluiten

Uithangbord

Op het dak staat in statige, rode letters ‘Prévoyance Sociale’. Het bord is wijd in de omgeving te zien. De lichtgevende letters werden door vandalen van het dak losgemaakt en naar beneden geworpen.

Sluiten

Ziekenkamers

De patiëntenkamers zijn verdeeld over drie verdiepingen. Er zijn kamers van drie bedden en kamers met één bed. Elke kamer is voorzien van een lavabo. In de scheidingsmuur tussen kamer en gang is over de hele breedte van de gang een kast ingewerkt, waardoor je de kast via beide zijden kan openen. Op die manier hoeft een patiënt overdag niet op de kamer als hij spullen wil nemen. Dat vergemakkelijkt het toezicht voor de verpleegsters.

Sluiten

Trappenhal

Sluiten

Speelzaal

TrappenhalBekijk foto
HoofdingangBekijk foto
Trappenhal
FeestzaalBekijk foto
Verblijf verplegend personeelLees meer
Dienstingang Bekijk foto

Bibliotheek

Speelzaal

Dakterras

Salon

Refter

Kantoor

Keuken

SpeelzaalBekijk foto

KuurgalerijenBekijk foto

BuitengevelBekijk foto

Sanitaire ruimteBekijk foto

PatiëntenkamersIn het sanatorium is er alles samen plaats voor 152 patiënten. Bekijk foto

Kuurterrassen

Ontspanningsruimte

Refter

Ziekenkamer

Pergola

UithangbordBekijk foto

Dakterras

 

Schaal: 2 meter
Vereenvoudigde weergave

Delen op Facebook Delen op Twitter