Het water in de metalen reservoirs was bedoeld voor de spoorwegmaatschappij, onder meer voor de bevoorrading van de stoomlocomotieven die toen nog heer en meester waren. Eens het stoomtijdperk voorbij was, stonden de watertorens er verloren bij. Ze werden in 1985 beschermd als monument en als stadsgezicht, maar dat kon de verloedering niet stoppen.
Beide Intze-waterkuipen, vernoemd naar de Duitse ingenieur Otto Intze, waren roestbruin gekleurd. Een carwash aan de voet van de torens ontsierde het monument, terwijl junkies in 2008 de torens kraakten. Pas in 2008 volgde een grondige renovatie van beide torens.