Grube Camphausen was op dat moment al 40 jaar actief, maar een goeie naam was blijkbaar moeilijker te vinden dan steenkool. Een bezoek in 1874 van de Pruisische minister van Financiën, Otto von Camphausen, inspireerde de directie om de mijnzetel dan maar naar deze politicus te vernoemen.
Hamerkop
De mijn bestond toen al uit drie schachten, in 1908 volgde de aanleg van een vierde schacht. Voor een metalen schachtbok met ophaalgebouw bleek geen plaats meer, dus werd er gekozen voor de bouw van een toren in gewapend beton, de eerste ter wereld. Met zijn uitkragende zijkanten lijkt de toren op een hamer, vandaar de bijnaam hamerkoptoren.