De geestelijke vader van de Expo 1913 was Gustave Carels. In 1873 nam hij de teugels over van het familiebedrijf Carels aan Dok-Noord. Carels bouwde onder meer stoommachines en locomotieven en streek een licentie op om dieselmotoren te bouwen. Carels zou echter nooit de Expo 1913 meemaken. Hij stierf in 1911.
De wereldtentoonstelling vond plaats van 26 april tot 3 november 1913 in het Citadelpark en het Miljoenenkwartier, beiden op wandelafstand van het station Gent Sint-Pieters dat net op tijd klaar was om de bezoekersstroom te kunnen slikken.
Hoofdingang
Aan de Congreslaan stapten bezoekers het expoterrein binnen via een imposante hoofdingang. De tentoonstellingscomplexen spraken tot de verbeelding: ze waren afgewerkt met koepels, torens, zuilen of classicistische gevels. Maar schijn bedroog.