In 1847 kwam de steenkool- en staalindustrie in het Duitse Ruhrgebied op kruissnelheid, industrieel Franz Haniel plantte dat jaar een steenkoolmijn in Essen.
Werelderfgoed
Veel oude steenkoolmijnen, scheepsliften, staalfabrieken en ander industrieel erfgoed hebben het de voorbije jaren tot Werelderfgoed van UNESCO geschopt.
Op de linkeroever van de Schelde in het Noord-Franse Fresnes-sur-Escaut getuigt deze eeuwenoude vuurpomp aan de onophoudelijke strijd van mijnwerkers en ingenieurs tegen het grondwater in de ondergrondse galerijen.
Een schachtbok in gewapend beton is het enige wat overblijft van steenkoolmijn Dutemple, een mijn die bijna twee eeuwen lang in bedrijf was.
In de Duitse havenstad Hamburg werd tussen 1883 en 1927 een complex van neogotische bakstenen pakhuizen gebouwd op eilandjes in de Elbe: de Speicherstadt.
De 4 scheepsliften op het Centrumkanaal in Henegouwen overbruggen samen een hoogteverschil van 68 meter.
De wieg van de industriële revolutie staat in het Britse Ironbridge. Reden genoeg dus om het dorpje te bezoeken, dat haar naam dankt aan de eerste gietijzeren brug ter wereld, die in 1779 gebouwd werd boven de Severn-rivier.
Hoe komt het dat een Welsch dorp, nog geen schort groot, in de 19de eeuw een van de hoofdrolspelers wordt in de industriële revolutie? Dankzij onder andere Blaenavon Ironworks en kolenmijn Big Pit.
Dankzij het gebruik van 18de eeuwse spitstechnologie -steenkool en stoom- groeit Blaenavon Ironworks in het zuiden van Wales uit tot de op een na grootste ijzerproducent ter wereld.
De mijn van Argenteau-Trembleur in Blegny is het laatste bastion van de Luikse steenkoolindustrie. In 1980 sluit Argenteau-Trembleur voor de derde keer in haar bestaan de poorten, dit keer definitief.
Op 8 augustus 1956 slaat het noodlot toe in de mijn van Bois du Cazier: honderden meters onder de grond breekt een felle brand uit waarbij 262 mijnwerkers om het leven komen.
Op de grens met Lens staat deze 66 meter hoge kolos uit gewapend beton: de extractietoren van Fosse n° 11-19, een Franse steenkoolmijn die 30 jaar geleden sloot.
Oignies is de laatste plaats in het Franse mijnbekken van Nord-Pas-de-Calais waar steenkool ontgonnen werd. Pas in december 1990 sluit de mijn.
Veel (Oost-)Vlamingen pendelden in de 19de eeuw dagelijks met de trein naar le Centre (de mijnstreek rond La Louvière) om er af te dalen in een van de steenkoolmijnen.
De Ottiliaeschacht in Clausthal-Zellerfeld is de oudste nog overblijvende metalen schachtbok van Europa.