Fief de Lambrechies

15 mei 1934. In de mijn Fief de Lambrechies in Quaregnon (Henegouwen) komt 821 meter onder de grond mijngas tot ontploffing. 46 mijnwerkers zitten gevangen. Elf reddingswerkers duiken de schacht in, op zoek naar overlevenden.

Ze gaan hun eigen dood tegemoet. Twee dagen later vindt er namelijk een tweede ontploffing plaats. 57 mijn- en reddingswerkers komen om het leven.

32 lichamen worden nooit teruggevonden. Ze liggen nog altijd op de bodem van de mijn. De Fief de Lambrechies komt de ramp nooit meer te boven en sluit de poorten. De mijn is dan bijna een eeuw oud: sinds 1844 is ze in gebruik.

Monument

Bovenop het schachtdeksel is een monument aangelegd ter nagedachtenis van de overleden mijnwerkers. Jaarlijks vindt er nog een ceremonie plaats om de 57 doden te herdenken.

Na de sluiting van de mijn in 1934 zijn de schachttorens gesloopt, net als een groot deel van de overige mijngebouwen. De putten zijn in 1959 opgevuld en afgedekt. Een handvol gebouwen zijn 80 jaar later wel nog bewaard.

Kolenwasserij

Op de flank van de terril wordt de betonnen kolenwasserij geflankeerd door een trechtervormig gebouw die op een watertoren lijkt. Dat is het niet.

Kolenlader

Aan de voet van de terril staat een derde gebouw waar de kolen geladen werden.

Met sloop bedreigd

De Waalse gemeente Quaregnon lanceert in 2016 het plan om de betonnen ruïnes van de Fief de Lambrechies "uit voorzorg" te slopen. Ze staan er dan ook al bijna een eeuw ongebruikt bij.

Volgens Van Mol vormt de art déco-centrifuge nochtans een uniek stukje industrieel erfgoed.