Vanop deze vijftien meter hoge toren speurden luchtwachters tussen 1954 en 1968 de lucht af op zoek naar vijandelijke vliegtuigen die buiten het bereik van radars vlogen.
Door betere radartechnologie konden vanaf de jaren zestig ook vliegtuigen onderschept worden die onder de radar vlogen. Bovendien vlogen de toestellen steeds sneller. De luchtwachttorens werden bijgevolg nutteloos.
Vandaag zijn slechts negentien luchtwachttorens bewaard in Nederland, waarvan drie in Zeeuws-Vlaanderen.