De Duitse luchtmacht ontwikkelt in de Tweede Wereldoorlog een onbemande vliegende bom, beter bekend als de V1 (Vergeltungswaffe).

Le Blockhaus d'Eperlecques
Diep verstopt in de bossen van Eperlecques bouwde het Duitse leger tijdens de Tweede Wereldoorlog een montage- en lanceerbasis voor V2-raketten.
7 augustus 2004
In maart 1943 startten de werken van "Kraftwerk Nordwest". Duizenden Belgische, Nederlandse en Russische dwangarbeiders werden opgetrommeld om de reusachtige betonnen kubus te bouwen.
De afmetingen spreken zonder meer tot de verbeelding: 90 meter lang, 50 meter breed en 33 meter hoog.



Duizend bommen en granaten
De lanceerinstallatie moest al in oktober 1943 afgewerkt zijn, maar daar stak de Britse luchtmacht een stokje voor. De ongewone bedrijvigheid te midden van het bos, was ook hen niet ontgaan.

In augustus werd de bunker een eerste keer bestookt door Britse bommenwerpers. De noordelijke kant van de bunker, waar de onderdelen van de V2-raketten via ondergrondse sporen uit Saint-Omer en Calais zouden worden aangevoerd, raakte daarbij zwaar beschadigd.
Kwetsbaar
Het bombardement legde de vinger op de wonde: Eperlecques was allesbehalve een geschikte locatie om V2-raketten de lucht in te schieten, ook al lag het op slechts 150 kilometer in vogelvlucht van Londen.
Tot augustus 1944 zou het complex 25 keer gebombardeerd worden. De sporen zijn tot op vandaag te zien. Aan de voet van de bunker gaapt een krater met een doorsnede van 42 meter en een diepte van 18 meter. Rondom slingeren overal brokstukken.


Vloeibare zuurstof
Het gevolg? Nooit zou er van hieruit een V2-raket opstijgen. De Duitse organisatie Todt week daarvoor uit naar Helfaut, een tiental kilometer ten zuiden van Eperlecques.
Daar begon het eind 1943 met de bouw van La Coupole, een ondergronse lanceerbasis waar overigens ook al geen enkele V2-raket de lucht in ging.
Controletoren
Ondertussen werkten dwangarbeiders in Eperlecques verder aan de zuidelijke helft van de bunker, die voorlopig ongehavend bleef.

De sporen voor de geplande V2-lanceringen zijn nog te zien aan de voorkant van het gebouw, waar een uitstulping de controletoren moest worden.
Raketbrandstof
De Duitsers veranderden het geweer van schouder: in Eperlecques zou enkel nog vloeibare zuurstof, de brandstof voor de V2-motoren, geproduceerd worden.
Vandaar dat de gevels wel op gatenkaas lijken, met tientallen roestige gaten voor leidingen.


20.000 ton beton
Een vijf meter dikke, betonnen plaat op een hydraulische lift beschermde de werkzaamheden tegen jachtvliegtuigen. In enkele maanden tijd jaagden de Duitsers er 20.000 ton beton door en begin 1944 was het eindelijk zover: het zuidelijke gedeelte was klaar.
Drie compressoren in de buik van de bunker konden de raketbrandstof beginnen produceren.

Landing in Normandië
Maar niet voor lang: de Duitsers maakten zich in de zomer van 1944 uit de voeten na een nieuw bombardement. Bovendien waren geallieerde troepen intussen geland op de stranden van Normandië.
Het begin van het einde. Op 4 september 1944 veroverden Canadese troepen het complex.


Rijksmonument
Sinds 1973 heeft de grootste bunker van Noord-Frankrijk de deuren geopend voor bezoekers en in 1985 werd het gebouw uitgeroepen tot rijksmonument.
Op de site vind je, naast alle V2-geweld, ook nog een 45 meter lange lanceerbasis voor V1-raketten.



Le Blockhaus d'Eperlecques, Rue des Sarts, Eperlecques (Frankrijk).
Elke dag geopend van 1 maart tot 31 oktober (behalve dinsdagvoormiddag). Raadpleeg de openingsuren.
In de buurt vind je ook La Coupole en een V1-lanceerbasis.