Twee terrils met een gezamenlijke oppervlakte van 40 hectare zijn zowat de enige sporen die de steenkoolmijn van Gosson-Kessales heeft achtergelaten in het Luikse landschap.
België
België werd het eerste land na Engeland waar de industriële revolutie voet aan de grond kreeg. Gent werd het Manchester van België, in Verviers vierde de wolindustrie hoogtij, Luik werd het epicentrum van de ijzerindustrie, de Borinage rond Bergen haalde steenkool boven, terwijl Charleroi zich toelegde op ijzer, steenkool en glas. Welke sporen heeft de industriële revolutie na twee eeuwen achtergelaten in het landschap?
Dwars door de rotspartij waarop de kasteelruïne van de graven van Dalhem rust, werd begin twintigste eeuw een ruim 140 meter lange tunnel uitgegraven voor de aanleg van buurtspoorweg 466 tussen Luik en 's-Gravenvoeren.
Anderhalve eeuw geleden waren het geen Russische soldaten, maar Belgische ingenieurs en industriëlen die Oekraïne overspoelden. In de tweede helft van de negentiende eeuw werden in het Donetsbekken in het toenmalige zuiden van Rusland namelijk rijke steenkooladers aangeboord.
Een halve eeuw vocht het betonnen skelet van Cimenterie Delwart tegen de oprukkende natuur, maar vandaag krijgt de cementfabriek een nieuwe invulling.
Het voormalige weeshuis van Morlanwelz is nog maar een schim van zichzelf. Nochtans was het begin twintigste eeuw het sociale uithangbord van de liberale filantroop Raoul Warocqué.
Eind negentiende eeuw werd tussen Tamines en Mettet, beiden in de provincie Namen, spoorlijn 150 aangelegd. Treinen rijden er al sinds de jaren zestig niet meer, wel nog fietsen.
Te midden van weides en maïsvelden schoot anderhalve eeuw geleden een neogotische arcade uit de grond, de 'Uitkijk', in de volksmond beter bekend als 'de Galge'.
John Cockerill (en de rest van zijn familie) joegen België, Nederland, Pruisen en Frankrijk begin 19e eeuw het tijdperk van de industriële revolutie in. In het straatbeeld van Seraing en Brussel duiken nog verschillende beelden op die de 'vader van de arbeiders' eert.
Wie Ninove zegt, zegt lucifers. De Ninovieters waren de belangrijkste lucifermakers van België en wie geen stekskes maakte, ging aan de slag in de textielindustrie langs de Dender of pendelde naar de Borinage.
De uitrol van het Limburgse mijnbekken ging niet alleen gepaard met de aanleg van spoorwegen, de oprichting van mijngebouwen en hele tuinwijken, ook gemeenschappelijke voorzieningen zagen het licht, zoals zaal De Kring in Waterschei.
Een houten deur met daarboven het Belgische wapenschild en de leuze 'L'Union fait la Force' verbergt het koninklijk salon, een afzonderlijke wachtruimte voor de koning in het station Brussel-Centraal.
De Dender stort je van een industrieel landschap in Aalst vol textielfabrieken, mouterijen en silo's tot in een groene oase waar ophaalbruggen en sluizen de cadans aangeven.
In de schaduw van het koninklijk domein van Laken liet koning Leopold II eind 19e eeuw de serres van Stuyvenberg bouwen van waaruit hij à volonté bloemen en planten kon laten aanrukken om de koninklijke verblijven op te fleuren.
Het dorpsgezicht van Erpe-Mere veranderde in 1876 voorgoed met de aanleg van spoorlijn 82 tussen Aalst en Ronse, een van de drie lijnen waarmee de landelijke gemeente is doorzeefd. Plots verschenen stations, sporen en bruggen tussen de velden.
Tot 2016 werd de spoorlijn richting kust in Hansbeke en Drongen geflankeerd door bijna identieke stationsgebouwen. Beiden zijn ze afgebroken voor de verbredingswerken aan spoorlijn 50A.
Advertenties