De Zuid-Welshe vallei Rhondda was bijna honderd jaar lang een van de grootste mijnregio's ter wereld, maar na de turbulente sluitingen bleven slechts een handvol steenkoolmijnen bewaard.
Steenkoolmijnen
De eerste sporen van de steenkoolontginning in België gaan terug tot 1248, toen in de Borinage steenkool werd opgegraven. Vanaf 1781, met de bouw van de eerste vuurpomp in Bernissart, komt de exploitatie in een stroomversnelling. In de streek rond Bergen, het Centrum, Charleroi en Luik wordt massaal steenkool bovengehaald, de Limburgse mijnen volgen begin twintigste eeuw. Ook in onze buurlanden (het Franse steenkoolbekken van Nord-pas-de-Calais, het Duitse Ruhrgebied, Engeland,...) wordt de bodem omgewoeld op zoek naar steenkool. Vandaag zijn steenkoolmijnen erfgoed geworden of afgebroken.
Twee terrils met een gezamenlijke oppervlakte van 40 hectare zijn zowat de enige sporen die de steenkoolmijn van Gosson-Kessales heeft achtergelaten in het Luikse landschap.
Oude terrils beklimmen en industrieel erfgoed verkennen tijdens een 23 kilometer lange wandeltocht door Charleroi: dat kan met 'la Boucle Noire', een aftakking van het mijnwerkerspad GR412.
Twee metalen schachtbokken verheffen zich boven de rijhuizen langs de Rue de Marcinelle in Charleroi.
In het gat van pluto rees in 1938 de stad Carbonia op. Een treffender naam was moeilijk te bedenken: alles stond hier in het teken van de steenkoolmijn, het eerste dat je ziet als je de stad binnenrijdt.
Om de miljoenen tonnen steenkool die werden boven gevist uit de zeven Limburgse mijnen ergens kwijt te geraken, zigzagde een kolenspoor van de ene koolmijn naar de andere.
Om de zoveel minuten zag je de schachtwielen nog draaien boven de Prospermijn in het Duitse Bottrop. Dat is verleden tijd: op 21 december 2018 sloot Prosper, de laatste actieve mijn van het Ruhrgebied.
Steenkool? Dat wordt er niet meer bovengehaald in schacht IX van de Duitse mijn Prosper-Haniel. Via deze schacht worden nu de ondergrondse mijngangen geventileerd en mijnwater opgepompt.
De 2.700 mijnwerkers van de steenkoolmijn Westerholt in Gelsenkirchen kregen in 2008 te horen dat ze niet meer moesten komen. Tien jaar later lijkt de tijd hier te hebben stilgestaan.
De ruïnes van de oude steenkoolmijn des Wagneaux in Colfontaine hebben plaats geruimd voor nieuwe administratieve gebouwen van de gemeente.
Aan de rand van het bos van Saint-Ghislain in Dour rusten de betonnen restanten van de steenkoolmijn van Sauwartan, gesloten in 1938.
De schachtbok boven de mijn Pluto-Wilhelm in het Duitse Ruhrgebied doet meteen denken aan de tot werelderfgoed uitgeroepen Zollverein in Essen. Deze dubbelganger ervan wordt met sloop bedreigd.
Wie mijnramp zegt, zegt Marcinelle. In de steenkoolmijn van Bois du Cazier komen op 8 augustus 1956 262 mijnwerkers om het leven. Het is de grootste mijnramp uit de Belgische geschiedenis, maar zeker niet de enige.
Aan de rand van Bergen ligt de terril Héribus, de 138 meter hoge steenberg naast de gelijknamige koolmijn die hier tot 1968 actief was.
3 opvallende schachten uit 3 verschillende perioden prijken broederlijk naast elkaar in de Duitse steenkoolmijn Ewald, die in 2000 sluit.
Advertenties