Twee terrils met een gezamenlijke oppervlakte van 40 hectare zijn zowat de enige sporen die de steenkoolmijn van Gosson-Kessales heeft achtergelaten in het Luikse landschap.
Luik
De provincie Luik als van oudsher een komen en gaan van ijzerfabrikanten, steenkoolmijnen, machinebouwers en wapenfabrikanten. Hun passage heeft terrils, spoorwegen en hoogovens achtergelaten in het landschap.
Dwars door de rotspartij waarop de kasteelruïne van de graven van Dalhem rust, werd begin twintigste eeuw een ruim 140 meter lange tunnel uitgegraven voor de aanleg van buurtspoorweg 466 tussen Luik en 's-Gravenvoeren.
Anderhalve eeuw geleden waren het geen Russische soldaten, maar Belgische ingenieurs en industriëlen die Oekraïne overspoelden. In de tweede helft van de negentiende eeuw werden in het Donetsbekken in het toenmalige zuiden van Rusland namelijk rijke steenkooladers aangeboord.
John Cockerill (en de rest van zijn familie) joegen België, Nederland, Pruisen en Frankrijk begin 19e eeuw het tijdperk van de industriële revolutie in. In het straatbeeld van Seraing en Brussel duiken nog verschillende beelden op die de 'vader van de arbeiders' eert.
De geïmproviseerde parkeerplaats en afvalberg aan Rue Mabotte in Jemeppe-sur-Meuse doen niet meteen vermoeden dat er op deze plaats exact driehonderd jaar geleden geschiedenis werd geschreven.
De voormalige spoorlijn 39 stort zich vanaf het station van Welkenraedt door valleien en zinkmijnen tot aan het Drielandenpunt.
De broers Charles James en John Cockerill vingen in 1825 een concessie van de Nederlandse koning Willem I om in Plombières op zoek te gaan naar looderts.
Een betonnen ventilatietoren te midden van een weide is het enige wat de aanwezigheid van het fort de Boncelles verklapt in Seraing.
Met zijn 17 aan elkaar geknoopte bunkers werd het fort van Eben-Emael als oninneembaar beschouwd. Of zo dacht het Belgisch leger er toch over.
Drie omgebouwde goederenwagons van de Belgische Spoorwegen stonden jarenlang op een zijspoor geparkeerd in een uithoek van het land.
Met de dynamitering van hoogoven 6 is een van de laatste restanten van de Luikse staalindustrie uit het straatbeeld gewist.
De mijn van Argenteau-Trembleur in Blegny is het laatste bastion van de Luikse steenkoolindustrie. In 1980 sluit Argenteau-Trembleur voor de derde keer in haar bestaan de poorten, dit keer definitief.
In het dorpje Born stampte het Duitse leger in 1916 in amper 8 maanden tijd een 285 meter lang viaduct uit de grond.
Steenkooltreinen, militaire transporten en stoomlocomotieven dwars door de Hoge Venen hebben plaats geruimd voor fietsers op de historische Vennbahn. Een verslag van het traject tussen Waismes en Troisvierges.
Steenkooltreinen, militaire transporten en stoomlocomotieven dwars door de Hoge Venen hebben plaats geruimd voor fietsers op de historische Vennbahn. Een verslag van het traject tussen Aachen en Waismes.
Advertenties