Douanecomplex Callicanes

Tot in 1993, het jaar waarin het verdrag van Schengen in werking treedt dat de Europese grenzen opengooit, zijn de landsgrenzen afgegrendeld met douaneposten.

De jaren daarop verliezen de grensposten hun nut en gaan ze tegen de vlakte. Maar niet elk douanecomplex is verdwenen, zoals dat in het West-Vlaamse Abele.

Nieuw complex

Op de D948 tussen het Franse Steenvoorde en Poperinge wordt aan de vooravond van het eengemaakte Europa een nagelnieuw douanecomplex geopend.

Kostprijs van het bouwsel: 60 miljoen oude Belgische frank of 1,5 miljoen euro, becijfert Jean-Claude Defossé in zijn "Petit guide des Grands Travaux Inutiles".

Een marmeren plakkaat herinnert aan de plechtige opening ervan op 3 juni 1988 door de toenmalige minister van Openbare Werken Paula D'Hondt-Van Opdenbosch.

Opgedoekt in 1997

In 1997 doekt een ministrieel besluit het kantoor op. Yves Leterme krabt zich in de Kamer achter de oren met de vraag wat er met de douanezone in zijn achtertuin moet gebeuren.

Twintig jaar later. Het douanecomplex ligt er nog altijd verlaten bij, al is het Franse gedeelte aan de overkant van de gewestweg wel nog in gebruik.

Sloopwerken

De zone langs de Belgische kant van de grens deed dienst als openbaar toilet voor vrachtwagenchauffeurs en als kampeerplaats voor asielzoekers. 

Na jaren verwaarlozing tikte de provincie West-Vlaanderen de gronden en gebouwen in 2020 op de kop en ontvouwde het een masterplan om de grenszone nieuwe leven in te blazen. Maar eerst moesten de vroegere gebouwen wijken. In het najaar van 2022 begon de sloop van de nutteloze douanepost.