De 1.400 kilometer lange grens tussen West-Duitsland en de DDR bestond voornamelijk uit ijzeren omheiningen (het IJzeren Gordijn), op 30 kilometer na.
Daar opteerde het DDR-regime om een muur op te trekken, vooral in de buurt van steden en gemeenten, zoals bij Hötensleben in de Duitse deelstaat Saksen-Anhalt. Daar staat er nu nog 350 meter muur overeind.