In het Franse Illies, een dorpje zo'n 20 kilometer ten westen van Rijsel, liet het Duitse leger tientallen bunkers achter na de Eerste Wereldoorlog.
Hauts-de-France
De Franse regio Hauts-de-France omvat Nord-Pas-de-Calais en Picardië en wordt gekenmerkt door restanten van de steenkoolindustrie, de Atlantikwall en V-wapens uit de Tweede Wereldoorlog.
De kasseistrook van Wallers naar Hélesmes speelt elk jaar een glansrol in Parijs-Roubaix. Tot honderd jaar geleden donderden wagons stampvol steenkool boven de kasseistrook.
Al 75 jaar lang beukt de Noordzee in op twee bunkers van het infanteriesteunpunt Martha, een Duits complex op het strand van Escardines dat deel uitmaakte van de Atlantikwall.
Bovenop de duinen tussen Zuydcoote en Leffrinckoucke kwakten de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog een observatiebunker neer.
Een van de duinen van Blériot-Plage ten westen van Calais werd in de herfst van 1943 bekroond met een commandopost. Van hieruit werden de kustbatterijen van Waldam, Oldenburg, Bastion II, Fort Lapin, Sangatte en Lindemann aangestuurd.
In Mimoyecques, aan de rand van Calais, groeven dwangarbeiders vanaf september 1943 een reusachtig ondergronds tunnelcomplex uit.
Met een vuurleidingspost in de vorm van een kerktoren vlakbij Oye, zette het Duitse leger de geallieerden op het verkeerde been.
In de duinen van Fort Vert, dicht bij Calais, vertimmerde de Duitse "Organisation Todt" tijdens de Tweede Wereldoorlog een Franse artilleriebatterij.
Scheefgezakte bunkers, losgeslagen funderingen, ingestorte muurtjes: het strand tussen Leffrinckoucke en Zuydcoote lijkt wel een stortplaats van bunkers. Je vindt er onder meer de Duitse marinekustbatterij Malo Terminus tegen.
Net onder Wissant, in Audinghen, gaan we op zoek naar de Batterie Todt. De zware kanonnen in deze vier kanjers hadden een bereik van 55 kilometer, net ver genoeg om Engeland te treffen.
Een bunker hier, een lanceerplatform daar: het Duitse leger spaarde tijdens de Tweede Wereldoorlog kosten noch moeite om de Noord-Franse kustlijn te versterken tegen mogelijke aanvallen.
De kaskraker Dunkirk vertelt het verhaal van de tumultueuze vlucht van meer dan 300.000 Britse, Franse en Belgische soldaten uit Duinkerke bij het begin van de Tweede Wereldoorlog.
Op de grens met Lens staat deze 66 meter hoge kolos uit gewapend beton: de extractietoren van Fosse n° 11-19, een Franse steenkoolmijn die 30 jaar geleden sloot.
Ook onze Franse buren woelden naar steenkool. In de Fosse Delloye duurde die zoektocht slechts een schamele 40 jaar, wegens niet rendabel.
Oignies is de laatste plaats in het Franse mijnbekken van Nord-Pas-de-Calais waar steenkool ontgonnen werd. Pas in december 1990 sluit de mijn.