In 1847 kwam de steenkool- en staalindustrie in het Duitse Ruhrgebied op kruissnelheid, industrieel Franz Haniel plantte dat jaar een steenkoolmijn in Essen.
Industrieel erfgoed in het Ruhrgebied
Midden negentiende eeuw strijkt de industriële revolutie neer in het Duitse Ruhrgebied. Hoogovens en steenkoolmijnen schieten er als paddenstoelen uit de grond. Het Ruhrgebied of de Ruhrpott wordt een van de grootste industriegebieden van Europa. Tot 1950. Dan begint de kolencrisis zand in de wielen te strooien. De ene mijn na de andere sluit de deuren, de ondergang duurt tot 2018, toen Duitslands allerlaatste steenkoolmijn de handdoek in de ring gooide. Veel industriële bezienswaardigheden zijn vandaag opgenomen in de Route der Industriekultur, een verzameling van steenkoolmijnen, hoogovens,... die je kunt bezoeken.
Meer dan vijftig locaties in het Ruhrgebied openen elk jaar tijdens de laatste zaterdag van juni voor één nacht de deuren.
Met zijn drie steenkoolmijnen was de Duitse stad Herten lange tijd de grootste mijnstad van Europa. Schlägel Eisen is een van de mijnen die je er nog terugvindt.
Tussen de relicten van steenkoolmijn Zeche Nordstern werd na de stillegging ervan in 1986 het landschapspark Nordstern aangelegd.
Tot de elfde eeuw lag Duisburg direct aan de Rijn, maar nadat de loop van de stroom veranderde, verloor de Hanzestad zijn belangrijkste troef. Handelaars trokken weg en Duisburg werd ingepalmd door boeren en monniken.
De origineelste vorm van openbaar vervoer vind je in de Duitse stad Wuppertal. Boven de rivier de Wupper zweeft al meer dan honderd jaar de Schwebebahn.
Om de zoveel minuten zag je de schachtwielen nog draaien boven de Prospermijn in het Duitse Bottrop. Dat is verleden tijd: op 21 december 2018 sloot Prosper, de laatste actieve mijn van het Ruhrgebied.
Steenkool? Dat wordt er niet meer bovengehaald in schacht IX van de Duitse mijn Prosper-Haniel. Via deze schacht worden nu de ondergrondse mijngangen geventileerd en mijnwater opgepompt.
De jarenlange steenkoolontginning in Zeche Hugo in het Duitse Gelsenkirchen heeft een honderdvijftien meter hoge terril achtergelaten, de Halde Rungenberg.
De 2.700 mijnwerkers van de steenkoolmijn Westerholt in Gelsenkirchen kregen in 2008 te horen dat ze niet meer moesten komen. Tien jaar later lijkt de tijd hier te hebben stilgestaan.
De schachtbok boven de mijn Pluto-Wilhelm in het Duitse Ruhrgebied doet meteen denken aan de tot werelderfgoed uitgeroepen Zollverein in Essen. Deze dubbelganger ervan wordt met sloop bedreigd.
Tot diep in de jaren 80 zijn raceauto's de baas op de ovaalvormige Almaring, een 750 meter lang circuit in het Duitse Ruhrgebied.
Drie opvallende schachten uit drie verschillende tijdperken prijken broederlijk naast elkaar in de Duitse steenkoolmijn Ewald, die in 2000 de deuren sloot.
Van de cokesfabriek Alma in het Duitse Gelsenkirchen zijn alleen de administratieve gebouwen behouden, toch herken je er nog de hand in van industriearchitect Fritz Schupp.
In 1993 is de cokesfabriek "Kokerei Zollverein" al aan het einde van zijn Latijn: de staalcrisis van de jaren 90 doet de vraag naar cokes wegsmelten.