Tramsporen tussen de vroegere tramdepots in Schepdaal

Tramstelplaats Schepdaal

Waar de tijd is blijven stilstaan

Bijna vijfduizend kilometer sporen, 45 grote bruggen, tunnels, draaischijven, weegbruggen, ontelbare haltes overal ten lande en riante stelplaatsen met watertorens, magazijnen en tramloodsen. Zo zag het wijdvertakte tramnet eruit dat de Nationale Maatschappij Van Buurtspoorwegen (afkorting NMVB) vanaf 1885 aanlegde. 

Doel van de NMVB was om gemeenten en landbouwstreken die niet aangesloten waren op het spoornet te ontsluiten door tramverkeer aan te bieden.

Brussel-Ninove 

Neem nu het Pajottenland. In 1887 werd een eerste deel van de buurtlijn tussen Brussel en Ninove aangelegd langs de Ninoofsesteenweg tot in Schepdaal. Daar werd prompt een tramstelplaats opgericht. De stoomtrams werden ‘s nachts in de stelplaats gestald en onderhouden. 

Voor dag en dauw schepte het trampersoneel de stoomlocomotieven vol steenkool, vulden ze de reservoirs met water en zetten ze de locomotief onder stoom, klaar om aan de ontelbare ritten te beginnen tussen Brussel en Ninove, een traject van zo’n 23 kilometer.

Vanuit het Pajottenland bolden goederenwagons richting Brussel vol fruit en melk. Omgekeerd stapten dagjestoeristen uit Brussel op de stoomtram naar de Rand om te verpozen.

Vandaag lopen de tramsporen vanuit de stelplaats abrupt dood op de Ninoofsesteenweg. Na de Tweede Wereldoorlog kreeg de boerentram steeds meer concurrentie van bussen en betaalbare personenwagens. Daardoor kromp het tramnet in 10 jaar tijd van 4769 kilometer tot 582 kilometer in 1965. De tramlijn tussen Ninove en Brussel kreeg uitstel van executie en werd pas in 1968 vervangen door bussen.

Watertoren

Veel stelplaatsen van de buurtspoorwegen zijn sinds het opdoeken van het tramnet gesloopt of verbouwd. De stelplaats van Schepdaal ontsprong de dans. Bij zijn afschaffing in 1962 werd hij ingericht als museum. Daardoor ziet de stelplaats er nog krak hetzelfde uit als meer dan honderd jaar geleden. Je stapt er binnen langs het stationsgebouw dat onderdak gaf aan de loketten- en wachtzaal.

Langs de sporen en wissels strekt zich het lampenmagazijn, het zand- en houtmagazijn en een watertoren uit om de stoomlocomotieven van weleer met water te bevoorraden. Stap je verder tussen de petroleumlantaarns, de waterkraan en het eenarmig signaal, dan kom je aan de drie loodsen uit waar historische tramstellen en locomotieven schuilen. Een van de blikvangers is het koninklijk tramrijtuig van koning Leopold II.

Hoe kan ik deze plaats bezoeken?

Deze info is alleen toegankelijk voor Plus-gebruikers. Als Plus-gebruiker:

  • Ontdek je het adres, gps-coördinaten en bezoekinstructies. Benieuwd? Bekijk een voorbeeld.
  • Krijg je toegang tot de kaart met 600 bestemmingen.
  • Ontvang je digitale reisgidsen, uitgestippelde routes voor wandelaars en fietsers, kortingen bij musea en toegang tot de nieuwste verhalen.

Krijg toegang 29,90 euro voor een heel jaar

Vind alle Plus-voordelen op een rijtje. Ben je al plus? Meld je aan

Plus-gebruikers geven Industriecultuur.be een gemiddelde score van 4,3/5!

 

Meer artikels over