Op zondag 6 augustus 2023 krijg je tijdens een begeleide wandeling de sporen van het industrieel erfgoed te zien in Erembodegem, deelgemeente van Aalst.
Bezienswaardigheden in Oost-Vlaanderen
Oost-Vlaams industrieel erfgoed, sporen van het textielverleden in Gent, Aalst, Ronse en Eeklo.
Op zondag 23 juli 2023 maak je al fietsend kennis met het textielverleden van Aalst. Je ontdekt de overblijfsels van de Aalsterse textielindustrie en krijgt interessante weetjes te horen.
Tot het einde van de vorige eeuw maakten de Oude Dokken deel uit van het Gentse havengebied. Toen de havenactiviteiten er rond de laatste eeuwwisseling voorgoed verdwenen, werden de toekomstplannen voor de dokken snel duidelijk.
De tentoonstelling 'Over vliegen, vallen… en opgraven! Luchtvaartarcheologie in Vlaanderen' in Archeocentrum Velzeke vertelt niet alleen de hoogtepunten van de pioniersperiode in de luchtvaartgeschiedenis, maar toont ook opgravingen van vliegtuigwrakken.
Eind 1966 pufte de laatste stoomtrein in officiële dienst over de Belgische sporen. Station Denderleeuw was het eindstation. Niet toevallig vind je daar nog een laatste verwijzing naar het tijdperk van de stoomtreinen.
Met de bouw van de Goedingebrug over de Leie in Baarle verdween de laatste hindernis om de E40-snelweg tussen Sint-Denijs-Westrem en Drongen te openen voor het verkeer.
Van Knokke tot het Drielandenpunt nabij Aken richtte het Duitse leger tijdens de Eerste Wereldoorlog een ruim driehonderd kilometer lange versperring op die onder hoogspanning stond: de Dodendraad.
Het Bijgaardehof, de vroegere plaats waar monniken van de Sint-Baafsabdij tijdens de middeleeuwen bijen kweekten, werd eind negentiende eeuw bedolven onder de gebouwen van spinnerij Baertsoen et Buysse.
Luttele maanden voordat de Eerste Wereldoorlog uitbrak, begon de elektriciteitscentrale van Langerbrugge stroom te produceren 'om de omliggende gemeenten met het elektrisch licht te begiftigen'.
Wie Ninove zegt, zegt lucifers. De Ninovieters waren de belangrijkste lucifermakers van België en wie geen stekskes maakte, ging aan de slag in de textielindustrie langs de Dender of pendelde naar de Borinage.
De Dender stort je van een industrieel landschap in Aalst vol textielfabrieken, mouterijen en silo's tot in een groene oase waar ophaalbruggen en sluizen de cadans aangeven.
Het dorpsgezicht van Erpe-Mere veranderde in 1876 voorgoed met de aanleg van spoorlijn 82 tussen Aalst en Ronse, een van de drie lijnen waarmee de landelijke gemeente is doorzeefd. Plots verschenen stations, sporen en bruggen tussen de velden.
Tot 2016 werd de spoorlijn richting kust in Hansbeke en Drongen geflankeerd door bijna identieke stationsgebouwen. Beiden zijn ze afgebroken voor de verbredingswerken aan spoorlijn 50A.
Het Oost-Vlaamse Lede werd op 1 mei 1856 uit zijn slaap gewiegd met de opening van spoorlijn 50 tussen Brussel en Gent. Voortaan was de landelijke gemeente 'op slechts een stoomwolk van Brussel verwijderd' en dat lokte industrie, arbeiders en een koninklijke stichting naar Lede.
De voormalige spoorlijn 87 stort zich vanaf Doornik over de taalgrens in Ronse tot in het Henegouwse Bassilly.