De oevers van de Spree in de Berlijnse wijk Oberschöneweide werden eind negentiende eeuw overspoeld door werkplaatsen die vooral inzetten op de electronica-industrie.
Archief
Al bijna honderd jaar domineert de watertoren van Ieper langs de Dikkebusseweg het landschap. Hij dateert uit de periode van de wederopbouw na de verwoestende Eerste Wereldoorlog.
De Zuid-Welshe vallei Rhondda was bijna honderd jaar lang een van de grootste mijnregio's ter wereld, maar na de turbulente sluitingen bleven slechts een handvol steenkoolmijnen bewaard.
Met de bouw van een turbinefabriek voor AEG in Berlijn maakte architect Peter Behrens komaf met de kantelen, bakstenen gevels en torentjes die de industriële architectuur tot dan kenmerkten.
Karlshorst heeft niet alleen een voormalige luchthaven in petto, maar ook een tot een landschapspark omgetoverd rangeerstation en een verdwenen zeppelinloods.
In 1837 stampte August Borsig aan de Chausseestraße in Berlijn een werkplaats uit de grond waar hij drie jaar later zijn eerste locomotief in elkaar schroefde, de eerste van vele.
In het landschapspark Herzberge, een groene oase in de Berlijnse wijk Lichtenberg, streek eind negentiende eeuw het evangelisch ziekenhuis Koningin Elisabeth neer dat werd opgewarmd vanuit een apart ketelhuis.
Rond 1880 was het Berlijnse kopstation Anhalter Bahnhof een van de grootste stations van Europa, maar schade tijdens de Tweede Wereldoorlog en de splitsing van Berlijn gaven het station de genadeslag.
Twee terrils met een gezamenlijke oppervlakte van 40 hectare zijn zowat de enige sporen die de steenkoolmijn van Gosson-Kessales heeft achtergelaten in het Luikse landschap.
Dwars door de rotspartij waarop de kasteelruïne van de graven van Dalhem rust, werd begin twintigste eeuw een ruim 140 meter lange tunnel uitgegraven voor de aanleg van buurtspoorweg 466 tussen Luik en 's-Gravenvoeren.
Anderhalve eeuw geleden waren het geen Russische soldaten, maar Belgische ingenieurs en industriëlen die Oekraïne overspoelden. In de tweede helft van de negentiende eeuw werden in het Donetsbekken in het toenmalige zuiden van Rusland namelijk rijke steenkooladers aangeboord.