Met zijn drie steenkoolmijnen was de Duitse stad Herten lange tijd de grootste mijnstad van Europa. Schlägel Eisen is een van de mijnen die je er nog terugvindt.
Archief
Tussen de relicten van steenkoolmijn Zeche Nordstern werd na de stillegging ervan in 1986 het landschapspark Nordstern aangelegd.
In het Franse Illies, een dorpje zo'n 20 kilometer ten westen van Rijsel, liet het Duitse leger tientallen bunkers achter na de Eerste Wereldoorlog.
De kasseistrook van Wallers naar Hélesmes speelt elk jaar een glansrol in Parijs-Roubaix. Tot honderd jaar geleden donderden wagons stampvol steenkool boven de kasseistrook.
In 1911 werd een halve kilometer lange voetgangers- en autotunnel gegraven die het centrum van Hamburg verbindt met de haven aan de overkant van de rivier de Elbe.
In 2005 ontdekte Klerkenaar Brecht Schotte in het Vrijbos in Houthulst de betonnen lanceerplaat van een Duitse V1-lanceerbasis uit de Tweede Wereldoorlog.
Tot de elfde eeuw lag Duisburg direct aan de Rijn, maar nadat de loop van de stroom veranderde, verloor de Hanzestad zijn belangrijkste troef. Handelaars trokken weg en Duisburg werd ingepalmd door boeren en monniken.
Van Knokke tot het Drielandenpunt nabij Aken richtte het Duitse leger tijdens de Eerste Wereldoorlog een ruim driehonderd kilometer lange versperring op die onder hoogspanning stond: de Dodendraad.
In het Duitse Peenemünde, het rakettestcentrum van de nazi's, werd vanaf 1939 een steenkoolcentrale opgericht om de energie-intensieve productie van vloeibare zuurstof mogelijk te maken - de brandstof voor de V2-raket.
Het Bijgaardehof, de vroegere plaats waar monniken van de Sint-Baafsabdij tijdens de middeleeuwen bijen kweekten, werd eind negentiende eeuw bedolven onder de gebouwen van spinnerij Baertsoen et Buysse.
Al 75 jaar lang beukt de Noordzee in op twee bunkers van het infanteriesteunpunt Martha, een Duits complex op het strand van Escardines dat deel uitmaakte van de Atlantikwall.